Monday, September 25, 2006

Een nieuwe greep uit het leven



Jongensschool.
Ook het vervolg, de oude jongensschool tegenover de kerk gaf me dusdanige sterke indrukken die ik nooit zal vergeten. Ten eerste het was een enorm contrast met de kleuterschool, welke een nieuwbouw was en de jongensschool was oud en aan het einde van zijn bestaan. Ontzettend hoge ruimtes met een kachel achter in de klas.
Ik vond het allemaal maar eng. En hier moest je echt dingen leren en begrijpen.
Dat ging met de harde hand en niet zoals op de kleuterschool al was zuster Martha een goeie introductie voor deze school. Wat intrigerend was dat we gelijkertijd pauze hadden met de gemengde school langs de onze. Deze zaten tijdelijk in een nood gebouw wat ook al eens een noodkerk was geweest. Ja ik zei al gemengde dit waren jongens en meisjes in de zelfde klas. Woooow kon je dat voorstellen gemengd, echt niet. Dus dat leverde aardig wat knokpartijen op die uiteraard altijd gewonnen werden door onze school, jaja de jongensschool. Ik wist ook dat er een meisjes school ergens was maar waar ik zou het niet weten en dat boeide ook voor geen 5 cent.
Diverse malen werd ik door opa afgehaald in de vroege morgen om eerst naar de kerk te gaan en hierna bracht hij me naar school wat ik zeer kon waarderen. De kerk boeide me behoorlijk in die tijd, positief. Opa was sowieso al aardig mijn middelpunt op diverse fronten. Met die man maakte ik heel wat mee. Vaak kerk gerelateerd maar ook bij hem en oma thuis. Deze mensen hadden hun eigen rituelen die ik erg op prijs stelde. Zoals het eten van dingen, dat waren altijd andere dingen dan die ik thuis kreeg. Zoals een boterham met paardevlees, nondeju wat smaakte dit altijd goed maar er werd altijd bij gezegd dit is speciaal voor oma om aan te sterken.
Oma had altijd appels in de la, al waren deze soms wel eens droog. Maar een goed ding was, oma schilde deze altijd, en dat was natuurlijk weer een pluspunt. Dat schillen gebeurde altijd met een behoorlijke rust, waar ik soms wel eens heel erg onrustig van werd. Wachten is op zich al een lastig punt voor de jeugd ten alle tijden. Ook het geklopte ei in de koffie, zelden en nog steeds ben ik van mening er is niets wat dat overtreft. Al denk ik me te kunnen herinneren dat het ei geklopt door oma toch beter smaakte dat met de hoeveelheid suiker die zij erin deed, onovertreffelijk. En het kloppen van het ei, zij had een speciaal ritme waar je het tikken van het lepeltje tegen de wand van het koffie kopje, hypnotiserend. En daar in hun aangebouwde huisje met een speciale ruimte, de opkamer, waar ze hun speciale dingen opsloegen en waar alles anders rook en er anders uitzag, ik vond het geweldig daar. Speciaal met opa natuurlijk, wat me niet in dank werd afgenomen door mijn broer Peter en neef Pierre. Als die maar enige kans zagen om opa en mij voor de gek te houden dan deden ze dit. Dit tot gekmakend voor mij.
Als ze opa uitscholden of lachten rende ze weg en opa kon hun natuurlijk nooit vangen ze waren te snel. En ik kon dit voor mijn gevoel niet voor opa doen wat me erg frustreerde. En soms ging dit goed en soms ging dit fout. Zoals de keer dat opa aan mij vroeg of ik op de pony wilde rijden. En ik wilde dit uiterst graag natuurlijk. Peter en Pierre kregen dit in de gaten en zeiden dat ze mee kwamen kijken. De pony werd gevangen in de wei en voorzien van stuur mogelijkheid. Waarna ik op de pony werd gezet om te gaan rijden. Ik zat nog geen seconde op de pony en Peter en Pierre haalde een stok achter hun rug en begonnen de pony te slaan. Deze werd uiteraard helemaal gek en sloeg op tilt. Het beest rende weg met mij en ik kon de pony nog net bij de nek grijpen om er niet vanaf te vallen. We waren op dat moment in de wei dus de pony rende langs de afzetting van pindraad. Je kunt je natuurlijk wel voorstellen hoe mijn overal eruit zag na een ronde door de wei. Helemaal verscheurt maar gelukkig niets met mij. Peter en Pierre lachend en schreeuwend rennend langs de wei. Op dat moment was de angst voor het bereiden van een pony of paard begonnen en heeft aardig wat jaren geduurd voor ik weer eens een poging waagde om paard te rijden.
Maar opa was speciaal voor mij. Ook woonde mijn oom en tante op de boerderij waar ik verder heel weinig mee op had, mijn wereld was bij opa. Al werd er vaker gevraagd om ome Piet mee te helpen met het een of ander. Heel jong, vroeg werd er mijn hulp gevraagd om hout vast te houden wat ome Piet moest zagen. Dat liep behoorlijk fout af, hij zaagde enorm diep in mijn vingers waarvan het litteken nog steeds duidelijk te zien is.
Ik rende meteen weg na dit ongeluk naar opa en oma, waarna oma me verbond met heel veel verband of doeken. Maar ik kreeg wel iets lekkers. Ook ben ik tussen de deur van een varkenshok gekomen door opa’s schuld de middelvinger van mijn linkerhand. Duidelijk is dat het topje anders is dan het behoord te zijn. Maar dat heb ik naderhand gehoord hiervan kan ik me niets herineren.
Een paar sterke herineringen heb ik ook van mijn vader rond de tijd van de napoleonsbaan. De keren dat hij en ik naar Dreeke de timmerman gingen. Dat moet enkele keren zijn geweest omdat ik het gevoel heb wat ik hieronder beschrijf in meerdere bezoeken heeft plaats gevonden. Onderweg het is een meter of 50 vanwaar wij woonde was ook een smid, Peeten, hier kon ik naar binnen kijken naar dat vuur wat aangemaakt was daar. En een of andere constructie stond daar wat ik pas later begreep dat dat was om het paard in te stallen en te voorzien van nieuwe hoefijzers. Aangekomen bij Dreeke was ik uiterst gefacineerd door de timmerwerkplaats met al zijn machines. Die zagen er nogal gevaarlijk uit en ik werd hier ook voor gewaarschuwd. De geur van het hout was erg indringend maar ook de sigaren van Dreeke vond ik erg aangenaam. Waar de twee het over hadden, ik heb geen enkel idee, maar om daar te zijn was indrukwekkend. Ook tijdens een van deze uitstapjes werd mijn vader geroepen door een paar jongens, ze noemde hem Catsy, hier begreep ik op dat moment helemaal niets van. Er werd wat gepraat en gegrapt waar ik verder ook niet wijzer van werd maar het waren de jongens van de napoleonsbaan, de zoon van Dreeke, van Caris en van de overkant daar. Maar goed hier begreep ik, dacht ik te begrijpen dat buiten het familie leven mijn vader ook nog op andere plaatsen kwam, vreemd. Een bezoek brachten we ook aan Toontje de kleermaker. Die man was ook uiterst intresant voor mij. Hij zat altijd op de tafel voor het raam en het raam was altijd open. Hier was het wel duidelijk waar het bezoek voor was, voor de duiven.
Toontje was verlamd aan een been, en hij had een heel aparte manier van lopen alsof het ene been heel wat korter was dan het andere, dat vond ik ook meteen zielig en dat gevoel is altijd gebleven. Op de napoleonsbaan hadden we een grote tuin met een paar duivenhokken, hokken voor kanaries. Op de zolder was ook een soort duivenhok al heb ik dit niet meer compleet duidelijk voor me. Het was in de midden van de zolder met een klein raampje in het midden. Een paar bomen in de tuin met achteraan een peren of appelboom. Hier was ook een enorm hoge heg met enkele gaten erin. Die gingen naar de tuin van Sanders waar ik diverse malen op bezoek ging en wat kreeg, met de grote jongens daar, die me vanalles vroegen en grapjes maakte. Op een gegeven moment was het sintermerte en de jongens hadden iets speciaals gemaakt voor de optocht naar de grote brandstapel. Ze hadden het hele dorp nagebouwd en de huizen van lampjes voorzien. Helemaal fantastisch, d’r werd me uitgelegt hoe dit werkte met de batterijen enzo maar ik snapte er niets van. Het enige wat boeide was die brandende lampjes. Later op de avond gingen we naar de optocht en ik zag de jongens weer met hun creatie, het beste van de optocht. Hier bij de napoleonsbaan heb ik ook leren fietsen en de sensatie van helemaal alleen fietsen zit me nog heel duidelijk bij, we oefende langs ons huis waar iets van de weg een groot huis stond, naderhand hoorde ik dat dit de verhuurders van ons huis waren. De fiets die ik toen had was rood en heel degelijk indertijd een heel bekend kinderfietsje die ik van een of ander neef of nichtje had gekregen.
In de straat van Sanders werd in de zomervakantie vanalles georganiseerd, bij ons thuis hadden we visite van Peter, Ger en Annemie. Op een gegeven moment werd er een straat fietsraces gehouden rondom de blok molenstraat, veldstraat.......... Ik kon naar mijn idee al redelijk fietsen en we werden op leeftijd ingedeeld. 3 rondjes moesten we en ik eindigde als 3de. Ze hadden een blok gemaakt voor de winnaars en we moesten hierop gaan staan zodat we gefeliciteerd konden worden door een van de meisjes van Nelissen, AAAja ik zag al dat er gekust moest worden, vreemde zaak. Hier werd ik maar al te verlegen van en maakte me snel uit de voeten naderhand. Om de wedstrijden van andere te kunnen bekijken.
De napoleonsbaan heeft meer dingen die ik fasinerend of aangenaam vond. Op een keer was ik al diverse malen te laat thuis gekomen voor het eten en voor straf moest ik zonder eten naar bed. Restte me niets anders dan uit het raam te gaan kijken. Het moet in de winter zijn geweest aangezien de lichten, wij hadden één straatlantaren voor ons huis met oranje licht. Wat de omgeving behoorlijk apart maakte. Diverse malen kwam er ook een auto voorbij om het magische beeld te verbreken. Maar de auto was ook iets speciaals aangezien wij geen auto hadden. S’morgens in alle vroegte werd mijn vader opgehaald met een busje om naar het werk te gaan.
Bijna alle ooms en tantes van moeders zijde hadden een auto maar die waren ook nodig, aangezien ze allen in de agrarische sector werkten.
Peter was op een gegeven moment op het kanariehok geklommen en stond op dak van de schuur. Mijn moeder zei dat hij er onmiddelijk af moest komen. dit was amper gezegd of hij zakte door het dak in het gedeelte van het kolenhok hier viel hij met zijn hoofd op de gasbrander waarbij hij een enorm gat in zijn hoofd opliep. Het bloed liep hem langs het hoofd. Hier kreeg hij een keukendoek om de wond te dichten waarna de doek er diverse keren werd afgehaald om te kijken. Nu kon ik zien dat dat bloed aan op zijn haren aan het hoofd plakte yakala.
Wanneer we gewassen werden dan gebeurde dit in een zinken kuip met z’n allen in hetzelfde water. Maar we hadden wel een tv zwart wit, kleuren bestond toen nog niet.
Op een gegeven moment rond sinterklaas tijd waren Peter, Wim en ik televisie aan het kijken. Vader zat in de zinken kuip in de keuken met een afgesloten deur. Tot op het moment er heftig op het raam werd geslagen. Er brak echte paniek onder ons uit. Slaand op de keukendeur voor vader die de deur niet opende en ons niet binnen liet. Redelijk hysterisch waren we aangezien de opluchting voledig was toen hij de deur openmaakte en ons buiten liet kijken of er iemand was maar het was pikkedonker en we zagen helemaal niets. Alleen enkele minuten later kwam tante mien op bezoek. Alles weer relax.

Tuesday, September 19, 2006

Kleuterschool


In eerste instantie zat ik bij jufrouw Truus en tentijde van deze gebeurtenissen bij zuster Martha. Diverse dingen zitten in mijn geheugen gegrifd zoals we daar iedere dag melk kregen op een bepaald uur uit glazen flessen met smalle nek. En dit werd in plastic schenkkannen gedaan om weer in plastic bekers te schenken. De kleur blauw is me daar speciaal goed van bij gebleven. En zoiets van dat hebben wij thuis niet dat soort plastic kleur.
Nu begrijp ik dat natuurlijk iets beter met die plastic bekers, kleine kinderen breken glazen. En het dagelijkse gebed wat we moesten opzeggen. Vreemd in het begin maar werd steeds normaler gedurende de tijd.
En dat juffrouw Truus iets beter in omgang was met de kinderen dan zuster Martha.
Ik denk vanwege de straf die ik gekregen had van zuster Martha. Dat heeft mij dat gevoel gegeven. En daar was ik natuurlijk zelf schuldig aan. Een heel sterk ding was, dat iemand bij de binnenvijver van de kleuterschool naar de vissen zat te kijken en ik de drang had om hem of haar hierin te duwen, wat ik dus ook gedaan heb. Met als resultaat dat zuster Martha me in de onverlichte kelder stopte. Dit was in eerste instantie super eng maar zoals men ervaart op een gegeven moment als je in een donkere ruimte bent dan als er ergens iets van licht binnenkomt dan wennen je ogen hieraan. En op dat moment begon ik de ruimte te verkennen wat daar allemaal lag en stond, Veel gekleurd papier in ieder geval. Een verwarmingsketel enorm groot, iets wat ik niet kon. Op het moment dat ik het maar jaaaa intressant vond en de zaken begon te onderzoeken kwam zuster Martha me weer uit de kelder halen. En draaide mijn oor extra hard om.
Een speciale dag was de dag van de processie. De hele klas werd omgekleed als misdienaar, in ieder geval je moest zo’n ding aan wat de misdienaren ook droegen. Vanuit de kleuterschool vertrokken we via diverse straten naar de kerk om daar een mis bij te wonen. Op de maastraat aangekomen lagen er allemaal rozenblaadjes op de grond die mensen naar je toe gooide wat natuurlijk allemaal prachtig was. We liepen langzaam de berg op en het huis voor de lltb had een tafel voor de deur gezet met allemaal kaarsen die branden en wat beelden dit was de eerste die ik zag. Ik was verkocht, wat een pracht zo mooi. En de mensen daar begonnen met rozenblaadjes te gooien over ons, bijna belachelijk maar ik moet het zeggen hemels ja, geweldig prachtig. Maar die kaarsen dat was iets, helemaal uit de bekende context. Vervolgens liepen we nog door diverse straten waar alles het zelfde bleef met tafels voor de deuren en mensen die rozenblaadjes bleven gooien. Een hele speciale ervaring nooit meer geevenaard.
En dan had je diverse activiteiten op school die me wel erg aanspraken zoals het speelkwartier. Dit omdat speciale speeldingen buiten werden gezet zoals bestuurbare auto’s. Uiteraard moest dan wel iemand jou duwen. Maar de sport was om zo snel mogelijk zo’n auto te veroveren voor je iemand voor was. Dan had je in het klaslokaal een hoek met zand en water, heel intresant, kan me alleen niet meer herineren dat ik daar gespeeld hebben alleen dat dat ding me enorm boeide. Buiten was er ook een zandbak extra enorm groot, daar moest ook regelmatig in gespeeld worden. Als je achteraan in de zandbak was kon de juffrouw je bijna niet meer zien dus hier werden weleens kinderen tot de nek in de zand begraven, wat natuurlijk niet werd geapricieerd. Ook niet door de juffrouw. Ik weet alleeen dat ik erbij stond te kijken, weet niet of ik ook actief was.
Bij deze zandbak stond een grote wilde kastanjeboom en van deze boom kwamen op een bepaald moment wel erg vreemde dingen vanaf met stekels en dat supergladde ding wat erin zat maar dat mocht je niet opeten zei de juffrouw want deze waren wild. Aija daar snapte ik weer niets van. Dus er waren ook dingen die er hetzelfde uitzagen als deze die je wel kon eten. Het zou nog aardig wat jaren duren voor dat hetzover was dat ik kastanjes zou eten. En dan was er de gymles, dit was wel het hoogtepunt van de kleuterschool. Die enorme zaal met allemaal vreemde dingen erin waar je vanalles op moest doen of met moest doen.
De apekooi was wel het spel dat de grootste opwinding verzorgde. 2 kinderen zaten achter je aan om je af te tikken en je werd gelimiteerd omdat je niet de grond mocht raken.
De opwinding zo groot dat als de tijd van de gym om was je afvroeg of dit wel waar was en de tijd niet vooruit was gezet.
De herrinering van de melkman mogen helpen de melk uit zijn citroen srv wagen te halen. Als je geluk had. Super intens. Deze auto kende ik wel want die kwam ook vaker bij ons thuis op de napoleonsbaan. Met allemaal die deurtjes en veel spul erin. Maar ook op een gegeven moment was het speelkwartier en ik was op de trappen van de school aan het spelen en opeens zag ik daar een kauwgom liggen. Naar mijn weten had ik er nog nooit een gehad maar wist wel wat het was. De twijfel in me of ik deze wel of niet zou pakken en in mijn mond zou steken, maar in een flits had ik de kauwgom al in mijn mond. Man wat smaakte dat ding fantastisch. En van de andere kant ook weten dat je die van de grond had geraapt, niet goed bezig zijn. Maar de sensatie van het nieuwe was doorslaggevend. Dezelfde ervaring had ik bijna ook met een peer die daar lag van de perenboom, van de kleuterschool, met dit verschil dat ik de wespen eruitzag vliegen. Dit was toch de limit die ik mezelf gaf en besloot om het niet te riskeren te eten.
Ieder dag, vroeg genoeg, stuurde mijn moeder me naar de kleuterschool. Maar bijna ieder dag kwam ik te laat op de kleuterschool doordat ik afgeleid werd door een paar winkels die mijn aandacht trokken. Daar was eerst bakker Sjang, die had een etalage vol met brood diverse soorten brood en nog wat andere dingen zoals beschuit en dingen die ik niet kende maar er erg smakelijk uitzagen. Daar had ik wat tijd voor nodig om te bestuderen te genieten van al dat wat me werd getoond. Vervolgens liep ik de molenstraat af om bij bakker fleuren uit te komen. Dat was het echte paradijs deze goeie man had de etalage niet alleen met brood vol liggen maar ook met echt snoep. Nou ik vertel je dit had echt wat tijd nodig om te bekijken hier kon je niet zomaar afscheid van nemen, dit moest grondig geinspecteerd worden gekeurd en bijna geproefd. Natuurlijk zag ik in de tussentijd achter me een hele hoop kinderen paseren, maar er was nog tijd zolang deze daar waren. En mijn ogen trokken alleen maar naar die mooie kleuren rood en groen en al wat lekkers was in de etalage van bakker fleuren. Tegen de tijd dat het echt rustig was op straat kreeg ik wel het idee dat ik moest doorlopen naar school. Naar onder langs de zwaan en het nonnen klooster naar Zuster Martha. Op een dag zag ik mijn moeder huilend binnenkomen en natuurlijk snapte ik hier geen moer van, maar nu snap ik het, het gesprek met zuster Martha waarom ik zo vaak te laat kwam met welke reden. En natuurlijk kon mijn moeder daar geen antwoord op geven.