Sunday, May 27, 2007

TV Kanalen in Ramos Mejia

Ik dacht jullie zijn vast nieuwsgierig wat er al te zien is aan kanalen in Argentinie.
Met de camara in de hand zijn we al zappend over de kanalen gegaan, Amuseer je!

Saturday, May 26, 2007

Boodschappen doen. 1ste Acte



Op zaterdag was het boodschappendag en tijd voor activiteiten die door de weeks niet gedaan konden worden. Zoals naar de kapper gaan, bij Hovens voor het meest moderne wat op dat moment bestond, het kookpan model. Maar de man gaf je wel wat speciaals met de schort die je om kreeg en het halsservetje. Het hoogtepunt was wel als hij klaar was en met een grote borstel de haren van je afveegde dat kriebelde tot in de neus. En om het geheel af te maken kwam hij met een spuitbus, niet zoals heden ten dagen maar met een rode knijpbol met slang waar een geparfumeerd goedje uit kwam. Hierna kamde hij nog eens alles goed in model. Ik kan in ieder geval zeggen dat ik na mijn 16de levensjaar misschien nog 2 of 3 keer naar de kapper ben geweest daarna werd het thuiswerk en vanaf mijn 25 ste eens in de 4 weken de tondeuse eroverheen.
Voor die, die groot genoeg waren om de verantwoording aan te kunnen, moesten boodschappen doen. Appels halen bij van Lier of naar Habets voor de vlaai en soms broodjes. Dit speelde meestal in de ochtend uren zodat er nog genoeg vrijetijd over bleef.
Mijn eerste zakgeld kreeg ik niet van mijn ouders. Het was van de ouders van Sjors Lepsi. Sjors vroeg me om mee te gaan naar de snoepautomaten, ik zei dat ik geen geld had. Of ik dan geen zakgeld kreeg, nee zei ik, geen probleem zei hij, zijn moeder zou me wel wat geven zei hij. Als je de familie Lepsi kent krab je je 2 keer achter de oren waarom deze mensen me een dubbeltje gaven om ook wat lekkers te kunnen kopen bij de automaten van Hutjens. Ze woonde iets verderop in de straat waar ze 2 huizen met mekaar verbonden hadden, een doorgebroken middenmuur, om de gehele familie in kwijt te kunnen. Dan hebben we het alleen over vader, moeder en kinderen. Het werd er me al duizelig van als ik moest denken dat ik zoveel broers en zussen zou hebben. De sensatie dat ik zelf geld had om uit te geven aan snoep overtrof mijn fantasie op dat moment. Het volgende moment stonden we bij Hutjens. Ik kon uit 2 automaten kiezen de bazooka automaat ieder bazooka 5 cent of een rol klarop van Faam voor een dubbeltje. Sjors liep meteen naar de 2 automaten van een kwartje en koos zonder twijfelen een mars. De 25cent automaten werkte met schuiflades. De dropautomaat met een dikke knop die je in moest drukken en de bazooka automaat met een nog dikkere zwarte knop met ribbels die je rond moest draaien. Ik koos voor de rol drop. Het papier waar het dropje inzat was van een speciaal zacht soort als je dit tussen de vingers had, als zijde. Dat was echt wat met dat zakgeld de opwinding was behoorlijk groot en niet alleen van de rol drop.



Nu we het toch over boodschappen doen hebben, op een gegeven moment had ik iets gedaan in het bijzijn van opa wat hij niet kon waarderen. Ik kreeg een oficieele waarschuwing van opa. Kinderen die niet goed luisteren moesten naar de slager en daar werd een stuk van je vinger afgesneden. Daar kon ik effe mee vooruit.
Phoooee dat was niet even wat zeg. Het eerst volgende bezoek aan slagerij Ghielen was met lood in de schoenen. Bij binnenkomst keek ik meteen rond en was behoorlijk geobsedeerd om ieders vingers te bestuderen of er iets mee gebeurd was. Mijn oren waren gespitst of mijn naam niet afgeroepen werd om even naar achteren te komen. Het geval wil dat bij het 2de of 3de bezoek bij binnenkomst een volwassen man van achteruit de slagerij komt gelopen met verband om de vingers. Aayayaya ik dacht echt nu is het mijn beurt. Maar gelukkig gebeurde er niets dat moment. En het heeft nog menige bezoeken geduurd voordat ik van dit trauma af was.
Opa was goed in dingen in me los maken. Hij had een bloed hekel aan kauwgom hij zei altijd je kunt beter een paar granen nemen en daar op kauwen dat is bijna hetzelfde maar veel gezonder. Uiteraard werd dat door mij de eerste de beste keer uitgeprobeerd. Het leek helemaal nergens op een laffe flauwe smaak meer niet, geef mij maar een bazooka. Daarbij als je vergat de kauwgom uit te spugen en je zou hem inslikken zou je helemaal dichtgeplakt worden en tevens volgroeien met haren zodat je nooit meer kon eten. In ieder geval het hielp wel in mijn geval. Al was het af en toe toch best lekker om zo’n kauwgom in te slikken. Later heb ik deze nog toegepast op Esmee met veel succes.

Saturday, May 19, 2007

De Sprunk



Nadat we verhuisd waren naar de nieuwe school vlogen de jaren voorbij met enige gedenkwaardige gebeurtenissen. In de 2de of 3de klas hadden we een strenge leraar die aan de lopende band sigaren rookte, meester Koopmans. Hij was ook niet te zuinig met straf geven en een tik geven zat ook in zijn systeem. Alom niet geliefd door de klas. Wat me brengt naar het moment dat hij al schuifelend met zijn stoel op het verhoogde stuk en richting de rand ging. Naar mijn idee zag minstens de helft van de klas dit gebeuren en de spanning steeg of hij zou vallen ja of nee. Na een flinke teug van zijn sigaar donderde hij met stoel, sigaar en al van de verhoging. De klas verviel in hysterisch lachen wat resulteerde dat hij scheldend uit de klas liep en we hem de rest van het jaar niet meer terug zagen. Na dit incident kregen we een hele lieve juffrouw, juffrouw Bouwmans, die heel mooi Wipneus en Pim verhalen kon voorlezen. De rest van het jaar had ik soms de sensatie waarin ik hoopte dat we die meester niet terug zouden krijgen. Rond dezelfde tijd kwam ozze Wim ook op school maar dat duurde niet al te lang hij had iets aan de ogen waardoor hij naar een andere school moest in Blerick. Verder moest Wim altijd naar school fietsen of ging met de bus of werd afgehaald met een busje? Menigmaal als ik de fietsenstalling bij de Sprunk zag wilde ik ook maar al te graag met de fiets naar school, een belachelijk idee met de 100 meter te gaan. Wat ik niet verlangde was dat Wim ook naar de schooltandarts moest.
Dat was iets waar je af en toe van hoorde dat hij daar naartoe moest, dat bleek toch wel wat te zijn want als hij daar heen moest kreeg hij van mam een stuk chocola mee. Dan hadden wij niets te missen met onze tandarts in cafe “de Zwaan”. In het cafe was een ruimte gereserveerd voor de tandarts, later zou we naar het groene kruis moeten voor controle. Op de een of andere manier hadden wij altijd de 2 meisjes van Dijck voor ons en die waren niet misselijk met schreeuwen om hulp, waarvan Marian de hardste schreeuwer was, tijdens hun verblijf in de tandartskamer van Schreinemachers. Dit gaf je nu niet bepaald moed om zelf naar binnen te gaan. Het was het dieptepunt van het jaar.


Zwemles kregen we in de 4de en 5de klas, je werd op de school afgehaald door een bus van Ghielen uit Beringen om richting Blerick te gaan. De hele klas in een kleedruimte en daarna werden we in groepen verdeeld de nietzwemmers en de gediplomeerde in rangorde van a, b of c. Het zou effe duren voor ik bij de laatste 3 groepen zou komen. Maar de eerste proef om in het diepe te zwemmen was indrukwekkend. We moetsen in een rij gaan staan om vervolgens dat wat we geleerd hadden uit te voeren. Ik stond in de 2de rij van de muur, langs me stond Pietje Smeds. Op het teken van de meester sprongen we in het water, ik was nog maar net in het water of de paniek brak al in me uit, alles ter plekke vergeten hoe je moest zwemmen en spartelend Pietje bij de armen grijpend hem onderwatertrekkend om mezelf maar boven water te houden. De meester kwam binnen de seconde aangerend met de haak om me eruit te trekken. Waarna ik persoonlijke begleiding kreeg met nog een jongen om een baantje te zwemmen. Uiteindelijk heb ik het nog tot diploma b geschopt met 3 jaar zwemles. Ja ik weet het in de 4de en 5de klas kreeg je alleen zwemles maar ik had het geluk tijdens mijn 5de klas leerjaar teruggestuurd te worden naar de 4de klas. Op een gegeven moment kwam de meester met het nieuws dat Nollie en ik terug moesten naar de 4de klas omdat de 5de klas nog te moeilijk voor ons was. We moesten onze bankjes oppakken en door de hal naar de 4de teruglopen. De afstand was een zware opgave om te lopen, wat een afgang. Dat 2de jaar zat ik aan het raam van de klas en kon daar richting beek kijken alwaar ze langzaam gestart waren met de nieuwbouw. Je kon nog de varkenshokken van Driessen zien. Maar op een gegeven moment waren deze er ook niet meer, afgebrand tot de grond met varkens en al. Daar kreeg ik het behoorlijk benauwd van, het idee dat je opgesloten kon zijn en niet meer vluchten kon tijdens de brand, arme beesten. Er lagen stapels met varkens die zo snel als mogelijk weg werden gevoerd door vrachtwagens. De beek was altijd een intressant ding om te volgen waneer ze de schotten bij de molen weer dicht hadden gemaakt steeg de beek in een morgen behoorlijk. En in de winter als het koud genoeg was bevroor de stromende beek om beschaatst te worden. Menig uur droomde ik weg voor het raam in de klas. Een gymzaal hadden we op school niet daarvoor moesten we naar het gymlokaal bij de kleuterschool lopen waarbij we langs de meisjesschool kwamen, apart gebeuren die meisjesschool, ik kon er niets mee. In de zomer gingen we in plaats van de gymzaal vaker op het grasveld van het Kempke spellen doen.
Tijdens het speelkwartier werden er ook menige spellen gedaan zoals knikkeren en overrennen met aftikken. Ook was er een spel tegen de muur waar 2 personen tegen stonden een in gebogen houding en de andere de arme om de nek waarna er zoveel als mogelijk personen op de gebogen persoon probeerde te zitten. Degene die eraf viel moest zich ook buigen en aansluiten. Zodat er steeds meer mensen op konden totdat iedereen zat en het spel opnieuw kon beginnen. Dit spel kon meestal nietzo gewaardeerd worden door de meester die op de speelplaats op moest letten omdat er meestal wel iets gebeurde zoals hoofden tegen de muur, ervanaf vallen met kapotte broeken truien enzovoorts.



In de 5de klas deed ik ook mijn heilige communie waar ik als cadeau een horloge kreeg. Dit heb ik niet al te lang gedragen, ik vond het maar zwaar aan de pols. Tot op de dag vanvandaag ligt het horloge in een kistje en eens in de zoveel tijd kijk ik of het nog loopt, en ja mijn Helicon doet het nog steeds!

Saturday, May 12, 2007

Van Lier's herinneringen uit Maasbree "deel 2"



Toen tante Annie werd geboren en het tijd was om naar de baby te kijken was er iemand bij die er niets van wilde weten, ome Piet wilde de baby niet zien tot opa zei en nu gaan we kiendje kieke, maar ome Piet wilde nog steeds niet, toen pakte opa hem bij zijn nekvel en duwde hem met zijn gezicht in de wieg. Slim als hij was kneep hij zijn ogen dicht.
Bij de geboorte van een kind kwam de pastoor de hostie aan huis brengen. Het schaaltje voor de offers stond dan al klaar met een paar kwartjes voor het huisbezoek.
Oma moest 6 weken na de geboorte van een kind verplicht naar de kerk.
Voor de kerkgang moest je achter in de kerk gaan zitten, dan werd er omgeroepen dat er een kind was geboren en werd oma naar voren gehaald om zich weer rein te maken alsof ze een zonde had begaan. Wederom was het dan weer tijd om je klaar te maken voor een volgende kleine.
Sommige net bevallen vrouwen waren nog niet goed ter been tijdens dit kerkelijk ritueel en vielen flauw.
Voor iedereen was het zondags naar de kerk en naar het lof.
Vrouwen moesten een alpinopet op. Zondags als Tante Jo uit de kerk kwam gaf ze het het enige alpinopetje dat ze hadden aan tante Mia zodat zij dit kon dragen. Je mocht zonder petje niet de kerk in als vrouw!!
Voordat je naar school ging moest je ook naar de kerk, daar kon de leraar dan ook meteen controleren of iedereen er was. Opa en oma hadden een beeld van de Heilige Gerardus op de slaapkamer staan. Ze gingen dan ook regelmatig op bedevaart naar Wittem. Ze baden altijd voor de Heilige Gerardus. Sinds de Wittemse pater en latere kardinaal Willem van Rossum in 1893 een relikwie van de Italiaanse heilige Gerardus Majella op de borst van een ten dode opgeschreven veearts legde, waarna de zieke op miraculeuze wijze herstelde, is Wittem een bedevaartsoord voor Gerardus-aanbidders.
Voor hun 25 jarig huwelijk kregen ze als cadeau een schilderij met een jongen met traan. Dit schilderij kan ik me nog glashelder herinneren, hangend in de huiskamer van opa toendertijd. Dit schilderij heeft tante Mia nu in de kamer hangen.



Vroeger vroeg vader Wim ook al flink om aandacht en hij zorgde ervoor dat hij die kreeg. Zo was het dat Vader Wim regelmatig de ruige moest uithangen, een keer na school nodigde hij iedereen uit om naar Hintjes Jan te komen. Achter het huis aldaar stond een wild paard en Wim zou deze wel eens even temmen. De hele school kwam kijken. Het spectakel werd met goede afloop besloten en de held was geboren! De koeien van kolenboer Beurskens werden ook steevast bereden door vader Wim. Uiteindelijk is hij gaan paardrijden bij de paardenclub in Baarlo met de toekomstige schoonbroer ome Piet waar hij meerdere schandalen mee uithaalde in het Baarlose uitgangsleven. Met uitgaan was het flink buizen bij “de Zwaan”. Als de jongens van de Hei eraan kwamen, kon je al op 2 vingers uittellen dat dat sores zou geven. En als het dan mis ging werd er flink op los geslagen. Op een gegeven moment had vader Wim een Kesselse een flink pak rammel gegeven waarop de Kesselse toen zei: kom maar eens naar Kessel dan zul je wat beleven. Wim ging er alleen heen en kreeg ook als beloofd een flink pak rammel terug.
De muziek zit ook in de familie van Lier ± 10 jaar oud mocht vader Wim de dikke trom trekken, dat leverde wat geld op. En in de maat lopen was uiterst belangrijk. Als je dit niet deed dan sloeg de trommelaar mis. Marcheren moest dus toch een beetje geoefend worden. Na dit een aantal jaren gedaan te hebben nam ome Wie dit baantje over.
Ome Piet, vader Wim en opa waren het meest fantiekst in huis met de duiven.
Op de wissel begon het al met de duiven. Daar ging het meeste huishoudgeld naartoe. Oma had ook veel op met de duiven. In de jaren ‘50 begon het met de wedstrijden van de duiven, de klok werd in het begin samen met Juul Hendrix gedeeld. Ome Piet en vader Wim rende met de ringskes, de duiven waren heilig.
Ome Wie en ome Jan hielden altijd wedstrijd voor de duivenkooi wie het verst in de kooi kan pissen.
Op het moment dat ze goede duiven hadden zat de hut iedere avond vol met duivenliefhebbers. Jo de bakker kwam met vlaai uit Tegelen, om als het kon, jongen duiven af te troggelen en als hij deze had dan zag je hem de eerste weken niet meer terug, maar zoals Jo waren er nog meer die bij de familie aanklopte voor een goeie duif.



Een tijdlang had de familie ook een kostganger die in het schuurtje woonde in de Dorpstraat, het was de Pool, Polewietskie Neskebranski.
Polewietskie was een voormalig soldaat, die in Maasbree was blijven hangen na de oorlog. Hij zocht verder met niemand contact en leefde als een kluizenaar. Het schuurtje was zo ingericht dat hij er kon eten en slapen. Na 2 a 3 jaar hield hij het wel voor gezien in Maasbree en pakte zijn biezen en is volgens zeggen richting Hout Blerick vertrokken.
Ome Herman had voor pastoor geleerd, hij woonde ook op schoorveld bij de familie in huis voor onbepaalde tijd (Ouderlijk huis oma). Loshandig als hij was kreeg je er als kind op de tijd klappen, als ome Herman iets niet zinde wat de kiendjes deden.
De armoede speelde een grote rol in de familie, de meesten werden uitgezonden, als ze groot genoeg waren, om te werken voor hun eigen eten en wat geld voor de rest van de familie. Maar er waren voordat ze groot genoeg waren ook nog andere manieren om aan eten te komen. Een ieder had zijn eigen deel hierin.
Op een goeie dag kwam tante Truus opgewonden aangerend met het goeie nieuws dat er bij de Haan kersen geplukt mochten worden. Zoveel als je wilde.
Iedereen die op dat moment in huis was van de kinderen een emmertje gepakt of schaaltje om de kersen in te doen en naar de boom van de Haan gerend om de kersen te gaan plukken. Na al een flinke voorraad geplukt te hebben kwam
De Haan met de politie, wat eenigszins een beetje verwarrend was. Maar het feest liep iets anders af iedereen kon zijn emmertje met kersen inleveren.
‘S maandags en dinsdags als de school uit was gingen ze als een haas naar de eierveiling waar de kapotte eieren uitgedeeld werden.
Gelijk naar mam die ze meteen bakte.
Ome Jan kreeg bij zijn werkadres altijd spek maar lustte dit niet, dit duwde hij stiekem in zijn zak zodat dit thuis kon worden opgegeten.
Ome Wie moest meteen na school bij van Osch gaan werken. Als verdiensten kreeg hij een nieuwe fiets, een pak, klompen en 2 gulden. Eten kon hij daar; s'morgens spek, s'middags soep, petatte, groente en kip met een waterkont. De boer en boerin kregen een poot van de kip, de zoon en dochter een vleugel en ome Wie de nek. Een uur na het eten vroeg je je nog steeds af welk vlees je gegeten had. Alles zat tussen je tanden. Ook erwtensoep met gebakken boterham was behoorlijk populair bij Van Osch.
'S avonds werd er gebakken eieren met sla en botermelk genuttigd.
Bij van Osch ging Mia ieder dag de melk en eieren halen.
Mia werd ook naar Baarlo gestuurd om bij vader Wim geld op te halen. Dat deed ze te voet, eens in de maand. En als Mia aankwam zei Wim vaak; wat kom jij hier doen. Gelukkig was de boer wel vriendelijk en kreeg ze nog van alles mee. De kans zat er wel eens in dat ze voor niets kwam. Want als het nog niet de eerste van de maand was dan kon ze weer terug. Datzelfde verhaal werd ook bij tante Truus uitgevoerd die in Grubbenvorst zat ook hier moest zij het geld ophalen. Tante Truus had onderbroeken gemaakt van meelzakken en als je onder haar rok keek dan zag je op de achterkant tok tok (kippenvoer) staan.

Theo op het internet



Dit interview vond ik op het net hier.

Interview met Theo van Lier
Van 5 september 2006
Startnummer:
H57
Woonplaats:
Baarlo
Geboorte Datum:
25-10-1968
Heb je bijnaam:
Nee
Hoeveel jaren ben je nu actief in de stockcarrace?:
F1 3 jaar
Heb je ook een favoriete coureur??:
Vroeger altijd Ruud Stam en Cor Vertongen
Wat staat jouw het diepst in je geheugen?:
Geboorte van mijn dochter
Wat is je favoriete baan?:
Baarlo en Venray
Welke baan heb je slechtste ervaring mee??:
In Coventry ging de benzinepomp kapot terwijl ik aan kop lag en met 4 ronden nog te rijden een overwinning in het water zag vallen.
Wat voor werk doe je??:
Ik ben automonteur.
Wat doe je in dagelijkse leven buiten de stockcarrace??:
Ik ben ook nog bij de vrijwillige brandweer.
Wie zou je graag eens willen ontmoeten?:
Mr WK...
Wat is je mooiste moment in je carriere?:
1e keer rijden in Coventry.
Wie ben je allemaal dankbaar?:
Racing Team Hendriks
Mijn monteurs
Mijn vriendin



Jouw Sponsoren:
Handelsond. Hendriks Hermans Maasbree, Corneth Transport Baarlo, Leenders Koeltransport Deurne, Fossa Eugenia, Demir Holland, HD USA Cars Roggel, Lenssen Motorsport Baarlo, Hermans Lastechniek Baarlo, Marc Stegmeijer Opel Service Baarlo, Bergingsbedrijf Hendriks Lottum
Banden en Wielencentrum Limburg, Ton Maessen Quads, Maessen Ysselsteyn, L.A Model Photografie
Wat verwacht je in het jaar 2006:
Dat ik regelmatig vooraan mee strijd en met een beetje geluk het WK in Engeland mee mag doen
Wat vond je van deze intervieuw:
Dat ik over sommige vragen goed moest nadenken.
Heb je ook nog een laatste zegje:
Ik wil graag iedereen bedanken die het mogelijk maken dat ik met zoveel plezier kan stockcar racen.

Monday, May 07, 2007

MNBA

Gisteren naar het museo de Bellas Artes geweest.
Enkele fotitos genomen.
Geniet van al deze Argentijnse Kunstenaars.

Friday, May 04, 2007

Fietsen



Zoals eerder vermeld had ik het fietsen al geleerd op de Napoleonsbaan.
De degelijke rode fiets die me heel wat jaren van dienst was geweest. Een eerste incident had ik met de blauwe fiets die Ome Thei voor me opgeknapt had. Het was een heel aparte fiets met een kleur blauw die je nog nooit bij een fiets gezien had. Ik vond het maar al te prachtig. Hij had er de hele winter zijn vrije tijd ingestoken. Dat kwam goed uit want in de winter had ome Thei nooit zoveel te doen. In ieder geval na een paar maanden op dit prachtige ijzeren paard gereden te hebben en de nodige complimenten ontvangen te hebben bleek op een gegeven dag de fiets gestolen. Dit na een bezoek aan het kempke. Nou, ga dat maar es uitleggen aan je ouders. Niet dus het was een behoorlijk slecht gevoel om dit ook nog eens ome Thei te gaan zeggen, prachtig kon niet beter. Maaaaaaaaaaanden later, ik relateer dit aan een bezoek aan het autocrossen, vraag me niet waarom het is nou eenmaal zo, kwam ik hierna bij de grachten van het kasteel en ik was wat in het water aan het turen, zie ik daar iets blauws door het water schijnen. Het was mijn fiets!!! Eenmalig, kon geen andere zijn die prachtige blauwe fiets. Wat nu? Ik kon de fiets er niet uithalen hij lag in het midden van de gracht. Hup naar huis en het vertellen, nou liever niet. Ik herinnerde me maar al te goed die confrontatie over die fiets, dat zat diep gegroefd, dat wilde ik niet nog een keer meemaken. Okeee zwijgen dus. Met pijn in mijn hart iedere keer als ik langs de grachten fietste zag ik de blauwe glinstering uit het water komen. Tot het moment hij verdwenen was, bleek dat de gemeente de hele grachten hadden leeg geruimd. Goed hoefde ik me daar niet meer schuldig over te voelen.



Een 2de geval aangaande dit zelfde onderwerp was enkele jaren later toen ik naar de LTS in Tegelen ging. Ik had een prachtig nieuwe fiets gekregen om mijn hele LTS carriere mee te voltooien. Mijn eerste fiets met 3 versnellingen, ik was de eerste thuis die een fiets met versnellingen had, Oeef. Altijd op de terugweg van de LTS waren we aan het klooien met andermans tassen van de fiets afschoppen en mekaar duwen. Wat menigmaal verkeerd afliep natuurlijk. Tot vermaak van ons allen. Tot het moment dat het mijn beurt was om eens flink een deuk op te lopen. Het was iemand uit Belfeld hij had een stok en die was mijn getreiter van de laatste maanden meer als zat. Op het moment dat ik effe niet oplette stak hij me die stok tussen het voorwiel, de beste rem die je je kunt voorstellen. Abrupt stil, met mijn lichaam over het stuur op het plaveisel. Na wat gescheld en gekanker fietste de anderen natuurlijk door. Toen ik enigszins weer bij was gekomen wilde ik dit natuurlijk ook, maar helaas het wiel zat klem tegen de vork er zat geen beweging meer in. Ajajajaja daar kon je mee thuis komen. wat heb ik gevloekt en daarna mijn ouders ook natuurlijk. Blunder van de maand zoals we dat toen noemde, ooeeeef. Deze fiets was behekst volgens mij, niet eens een half jaar later fietse ik naar het kempke via de bollenberg. Dromen was nog steeds een van mijn belangrijkste bezigheden, ja zelfs op de fiets. In een flits lag ik ineens op de motorkap van een auto. Het stuur vol in mijn zij, wat ook niet al te prettig was maar wederom het wiel en de vork totaal uit het geschot. En weer naar huis met een zwaar gevoel. Om wederom hierna weer terug te gaan om te kijken wie de eigenaar was. bij nadere inspectie bleek er niets met de auto, pfffffffff voor mij. De eigenaar had nu meer zorgen over mij of alles goed met me was. uiteraard niet, maar dat ging ik hem echt niet vertellen met mijn vader erbij.



Indertijd was de trend om een hoog stuur te hebben en als je helemaal de man wilde zijn had je ook nog een bananenzaal. Dat was alleen wegglegd voor lui zoals van Hoogstraten. Anno 2007 schijnt er nog iemand in Baarlo rond te fietsen met beide attributen. Maar dat hoge stuur dat hadden al heel wat jongens. Mijn beurt kwam toen ome Jos genoeg van zijn fiets had met hoge stuur zodat ik dit op mijn fiets kon monteren. De hoogtijd van het hoge stuur was eigenlijk al voorbij maar dit stuur was extra breed en hoog. Na montage en er mee rond getourd te hebben kreeg ik nog genoeg comentaar en opmerkingen. Voor de veiligheid heb ik nog een foto hiervan gemaakt met eigen opmerking van dat moment: als ik dit later terug zou zien ik me meteen achter de oren moest krabben hoe het mogelijk was dat we dit toen zo prachtig vonden. Ik vind het nog steeds zo gek nog niet. Er zijn wel wat andere dingen waar ik me van achter de oren moet krabben. Zoals het keurslijf zei toendertijd: trek een spijkerjasje aan en duw een pak shag in een van de zakjes en zorg dat het merk goed zichtbaar is. In het ander zakje een borstel met het handvat er uitstekend. Dat noem ik nog eens een trend om weer snel te vergeten. Maar wie weet komt tie ooit wel weer eens terug. Om terug te komen op het onderwerp. Na alerlei pogingen om brommer, motor of auto te gaan rijden ben ik mijn fietsje altijd trouw gebleven!