Saturday, June 30, 2007

Ome Piet & Tante Mie



Als ik bij Opa was hielp ik ook vaker ome Piet en tante Mie wat op zaterdag extra leuk was. Samen met tante Mie moesten de ramen van de hele boerderij gewassen worden. Samen sopten we alle ramen met een hele zachte borstel en een hele lange steel. Als dit gedaan was kwam het allerleukste, met een steelpannetje water, het sop eraf gooien. Verder maakte ik regelmatig de varkenshokken schoon met die ongekende urinegeur, soms zo intens dat het van je neus naar je longen sneed. Een speciale gebeurtenis was dat de iets grotere biggen gecastreerd moesten worden. Dat ging met een of ander blauw goedje dat ome Piet erop smeerden nadat hij met een scalpel de ballen eruit gehaald had. Ik moest met Yeerke de big vasthouden en de achterpoten spreiden. Indrukwekkend, weinig of geen bloed in het spel, maar meer indrukwekkend dat die ballen eruit gehaald werden. Ik vroeg me niet af waarom, nu misschien wel.
Een incident wat me in mijn ziel gegroefd is was met ome Piet, Pierre en Peter. We waren op een gegeven moment ome Piet aan het helpen op het land. Voederbieten , krotte, uithalen en het groen ervan afsteken en dit op de kar laden.
In al de tijd dat ik bij ome Piet werkte was het bekend dat ik geen limonade met prik dronk, er werd voor gezorgd dat er aanleng voor mij was, maar deze dag niet. Dus toen me de fles sinas werd aangereikt weigerde ik en vroeg naar de aanleng. Waarna ome Piet zei dat er niets anders was, ooooeeei joooeeeii joooeeei slik. Oki dan niets dus. Waarop ome Piet zei drink toch sinas, waarvoor ik me bedankte. Waarna hij me greep en op de grond legde, zijn knieen op mijn armen zodat ik die niet kon gebruiken toen riep hij Peter en Pierre om de sinas in mijn mond te schudden. Wederom een onvergefelijke daad van het vreselijke duo.



De complete ramp, huilend en hun vervloekend ben ik terug naar de boerderij gerend om naar opa te gaan maar deze was niet thuis of was aan het slapen. Dus toen moest ik naar tante Mie om mijn beklag te doen. Ik wilde meteen naar huis maar tante Mie kreeg me rustig genoeg dat ik de rest van de dag in rust kon vervolgen.
Met tante Mie deed ik ook nog wat andere klusjes zoals de varkens voeren. Als we richting varkensschuren liepen, met de kruiwagen, brak er een geschreeuw uit van de varkens niet te evenaren. Ze hoorden tante Mie naderen, Etenstijd! Aangekomen in de schuur werd eerst de kruiwagen gevuld vanuit een silo met voer waarna de halfronde schep er bovenop gelegd werd. Bij ieder hok moest een aantal scheppen voer in de voerbak gegooid worden. Tellen geblazen ieder keer, waarna tante Mie iedere keer vroeg hoeveel scheppen ik erin had gedaan. En langzaam maar zeker werd het rustiger en rustiger. Als de beesten werd er gegeten, het gesmak en de slijm liep de varkens langs de mond, grote slierten. Na het geschreeuw was het geluid van het gesmak van die beesten indrukwekkend. Na de eerste schuur volgde het 2de hok en wederom hoorden deze ons aankomen en het ritueel herhaalde zich. Hier kreeg ik niet genoeg van het geschreeuw de wilde varkens met hun honger soms kregen ze ook huisafval ik bedoel de etensresten, die beesten eten alles eiererschalen, koffiedrab het maakte niets uit gooi het in hun trog en ze aten het. Daar was het voeren van de koeien heel wat anders die waren altijd rustig. Het waren echte beesten met goed gedrag. Wat ik hieraan wel wat vond, was de tabletten die ze kregen. Ze kregen er 2 en een halve dus je moest een tablet doorbreken ja en die waren groot die dingen te verglijken met een halve stoeptegel. Dat kostte wel wat moeite omdat voor mekaar te krijgen. En die geur hiervan. Hierna kregen ze ook nog hooi. Dat ging wat makkelijker. De water provisie voor iedere koe vond ik ook erg apart alleen moest je geduld hebben voor je dit kon zien. Er was een soort van hendel die de koe moest indrukken waarna er water in het kommetje kwam, wat een inteligentie die beesten.

Sunday, June 24, 2007

4de / 5de klas

De sterreberg was het middelpunt van dit gebeuren. We waren met ongeveer een man of 15, van de klas, dat betekende dat er altijd wel wat spanningen onderling waren. Geklooi met zand gooien naar mekaar en meer van dat soort onzin. Op een gegeven moment kwam iemand met het nieuws dat aan de andere kant een paar Kesselse jongens aan het spelen waren. Tijd om die eens te grazen te nemen. We hadden het plan om erheen te rennen met z’n alle en ze eens duchtig te laten schrikken. Het gebeurde zoals gedacht, de jongens waren sneller weg dan we ons hadden voorgesteld. En wat helemaal fantastisch was was dat ze hun fietsen achtergelaten hadden. Deze hingen we zo hoog als mogelijk in de bomen. Wij wachtend in de struiken op de jongens totdat ze terug kwamen. Maar er kwam niemand terug, hmmmmm. Terug naar de sterreberg om te continueren in ons verveeld gedrag. Een tijd later kwam er iemand met de armen zwaaiend en iets roepend naar ons toe gelopen. Effe later konden we horen wat hij naar ons schreeuwde; ik ben Kissinger, ik ben Kissinger. Wij keken ons aan en dachten wat hebben we hier aan onze fiets hangen. Bij ons aangekomen zei hij dat hij de vader was van een van de jongens uit Kessel, ooooeps. Maar goed wij waren met een hele hoop gelukkig. Hij zei dat hij de fietsen van de jongens terug wilde kopen, wat wij er voor wilden hebben? Hij wilde dit op een fatsoenlijke manier oplossen zonder ruzie. Zo, we moesten maar eens met zijn allen overleggen wat we wilden. Op de een of andere manier waren we eruit gekomen dat we een kist appels voor de fietsen wilde hebben. Hij zei ons effe te wachten zodat hij ons de kist kon brengen. Zo gezegd zo gedaan. De man was enkele minuten uit zicht verdwenen waarna wij als idioten naar de bomen rennen waar de fietsen in hingen. Daar aangekomen zagen we dat de fietsen al verdwenen waren. Die vent had ons aardig te grazen genomen, nonde juuuuuuu.



Een 2de actie met dezelfde groep en een incident vond plaats op dezelfde berg. Als eerste hadden we bij Heintje afgesproken hij woonde bij ons achter in de Julianastraat. Nadat er al behoorlijk wat jongens zich aldaar hadden verzameld raakte Heintje behoorlijk opgewonden en wou ons wel een kunstje laten zien. In een paar seconden zat hij op de punt van hun dak. Schreeuwend naar ons wat we ervan vonden. Ik kan vertellen dat de moeder van Heintje er weinig aan vond. Het scheelde niet veel of hij kon thuis blijven in plaats van mee naar het bos. Op de sterreberg aangekomen hadden enige van ons waaronder Pier, Nollie en ik het plan opgevat om een ondergrondse hut te maken met een kachel erin. Want ja we hadden weer eens lucifers kunnen bemachtigen. En die moesten natuurlijk gebruikt worden. Na wat uren gegraven te hebben en de hut van een stevig dak voorzien te hebben. Dit werd natuulijk uiterst goed getest, want stel je voor als we de volgende keer zouden terug komen wilden we graag de hut verder gebruiken. Toen het ongeveer de tijd was om de kachel te gaan uit proberen, Pier en Nollie waren in de hut, stonden ik en een paar anderen van de klas bij de hut toen er een jager uit het niets opdook. Of de boswachter, in ieder geval de man had een groot geweer bij zich. Hij was uiterst nieuwsgierig of wij daar niets aan het vernielen waren en was op het uiterste om iets te ondekken. Hij had schijnbaar niet in de gaten dat hij op een hut stond en in de tussentijd er al een beetje rook uit de grond kwam. We kregen het er in ieder geval spaans benauwd van dat hij dit zou ondekken. Uit het niets kwam Pier uit de hut met zijn hoofd, de jager schrok zich wild dat er ineens iemand uit de grond verscheen. De hut was op het uiterste getest, en de rook niet ondekt, Pier ging onmiddelijk weer naar binnen om Nollie te zeggen dat hij moest stoppen. Pfffffffffff. Dat was echt dichtbij, ik herinner me dat we bij de opvolgende keer naar de hut hebben gezocht maar niet meer terug kunnen vinden.


Rond de vakantietijd was het ook altijd naar het Kempke, ten eerste om te zien wie er nog steeds in het dorp was en wat we met elkaar konden gaan doen. Hier in het Kempke op de wei had ik ook mijn eerste droom die uitkwam zo rond mijn 9 of 10 jaar. De jongens waren aan het voetballen en ik stond langs de geimproviseerde goal van 2 trainingsjasjes en overzag het spel. Als een flits in mijn hoofd herkende ik de situatie en realiseerde als ik hier bleef staan dat ik die bal tegen mijn hoofd zou krijgen. Wat hierna ook gebeurde. In schock ben ik naar huis gerend en ik had nu niet echt het idee dat ik hierover met iemand kon praten. Dat is pas veel later gebeurd de eerste keer in Helden Panningen in de opvang. Dat was zo’n beetje de eerste keer dat ik erover kon praten. Dat gedoe met die voorspellende dromen, of dejavu, maakte me behoorlijk angstig. Het vervelende, je kon nu niet echt zeggen wanneer en wat me de volgende keer zou overkomen.
Het Kempke was ook altijd de plaats om mekaar op te fokken met stoere verhalen. Een van die dingen ging over wapens in huis hebben. Hoe je je moest verdedigen als je ooit werd aangevallen. Daar was Joepie van “de Molen” natuurlijk de kampioen met zijn vader als jager. Die hadden een arsenaal aan wapens thuis vanwege het jaaggedrag van de vader. Her en der waren er nog jongens die zeiden dat ze ook een wapen in huis hadden, een luchtdruk pistool geweer om flôtse weg te jagen. En toen was het mijn beurt om hierop in te gaan. Ik dacht terug aan dat wat ik ooit eens ergens opgevangen had, dat mijn vader regelmatig in “de Zwaan” met de jongens van “de Hei” een pak rammel uitdeelde daar als ze weer eens wat te diep in het glaasje gekeken hadden. Maar het hoogtepunt was dat hij alleen op zijn brommer naar Kessel Eik was gegaan om een groep jongens een pak slaag te geven. Hoe en wat, verder wist ik op dat moment niet. Toen zei ik dat mijn vader vroeger een amateur boxer was geweest en dat het duchtig uitkijken was geblazen voor diegene die zich bij ons binnen durfde te wagen. Dat maakte meer indruk dan ik had gehoopt, met dit stoer verhaal kon ik weer een tijdje voorruit en natuurlijk moest dit menigmaal herhaalt worden. In de tussentijd kreeg ik wel een beetje knijp dat ze er thuis ook iets van zouden meekrijgen. Maar nee, het geluk was aan mijn zijde.

Monday, June 18, 2007

Dag van de Vlag


Vandaag word de Dag van de Vlag gevierd, op de sterfdag van Manuel Belgrano de ontwerper van de vlag.

Manuel José Joaquín del Corazón de Jesús Belgrano, meestal tot Manuel Belgrano verkort (Buenos Aires, 3 juni 1770 - 18 juni 1820) was een Argentijns jurist, politicus en militaire leider.
Belgrano werd benoemd tot generaal door de eerste autonome regering van Argentinië. Als mititair was hij succesvol, vooral in het noordwesten van het land.
In 1812 ontwierp hij de Argentijnse vlag, die op 27 februari van dat jaar voor het eerst gehesen werd.


Op 9 juli 1816 was hij een van degenen die de Argentijnse onafhankelijkheidsverklaring ondertekenden. Hij stelde voor om van Argentinië een constitutionele monarchie onder een Inca-koning te maken, maar voor dat idee kreeg hij weinig steun.
Tijdens Belgranos expedities ging zijn gezondheid sterk achteruit. In 1820, op vijftigjarige leeftijd, stierf hij aan oedeem. Hij stierf in armoede, praktisch vergeten door de nationale regering.

Dag van Herinnering



Gisteren was de dag, 31 jaar geleden, waarop beide ouders van Anyi koelbloedig zijn vermoord door de toenmalige junta van Argentinie.

Saturday, June 16, 2007

Denken

Op jonge leeftijd had ik enkele maanden een diepgaand probleem betreffende “denken”. Ik was hier zeer verward over na een opmerking van de meester in de klas die zei dat je er maar eens over na moest denken. Op een gegeven moment was ik behoorlijk in paniek omdat ik niet wist hoe je dit moest doen of hoe dit funcioneerde. Hoe denk je na? Ik wist het niet en kwam er niet uit. Na enkele maanden kwam ik erachter, toen ik aan het denken was over het denken dat ik nu aan het denken was. wat een opluchting dat ik dit ook deed en kon.


Enige jaren later overkwam me een soortgelijk probleem en dit handelde over hoe je kijkt.
Wat kunnen je ogen zien. Hoever naar links hoever naar rechts, boven, onder en hoe ver. Het bereik van het zien. Wederom menige maanden met draaien van mijn ogen een oog dicht open en door een kiertje kijken alles geprobeerd om dat van alle zijdes te belichten om maar een beter inzicht te krijgen. Tot een avond de oplossing kwam, ik fietste in de avond door Baarlo met het licht aan. Toen ging mij ook het licht aan. De lampekop was het oog en het licht wat eruit kwam was precies dat wat je ermee kon zien, wat een opluchting op dat moment, om niet meer mee te hoeven vechten, met dat probleem. Nog een voorbeeld van iets geheel anders, geen waarom vraag maar een constante dreiging die me niet los liet. Ooit was ik tegen een stilstaande auto aangebotst en vanaf dat moment kreeg ik het gevoel dat ik ieder moment tegen een auto aan kon botsen. Dat heeft jaren geduurd voordat ik daarvan af was. Want in de tussentijd had ik nog genoeg bijna ongelukken. Een keer bij de kerk, ik dromende en op de laatste seconde zie ik een auto van links komen, in de remmen. De vrouw ook in de remmen met haar kevertje en echt recht voor me komt ze tot stilstand. Ik zie van de achterbank waar haar boodschappen op liggen naar voren vliegen inclusief een krat met fris. Het mens begint me toch effe te huilen, ja en ik was niet schuldig ik stond op mijn eigen weghelft en stond er wat lummelig bij te kijken. Dat waren dingen die me niet holpen om van mijn obsesie af te komen. maar geduurende de jaren kwam er aardig wat sleet in en ben momenteel die obsessie kwijt.

Saturday, June 09, 2007

Verblijfsvergunning



Op 15 mei - 15.45 - 2007 heb ik dan eindelijk mijn Documento Nacional de Identidad (D.N.I.) in handen. Na 8 maanden heen en weer lopen van en naar autoriteiten. Bij mijn 2de vertrek, december 2005, naar Buenos Aires wist ik precies wat ik nodig had om dit document te verkrijgen zodat mijn aanwezigheid in lengte van dagen hier legaal zou zijn. De start van al dit was in Nederland waar ik mijn geboorteacte en bewijs van goed gedrag op de een of andere manier moest zien te verkrijgen. Deze zouden een stempel moeten hebben van internationale gerechtelijke erkenning, de apostille stempel. De reden om dit alles mee te nemen naar Argentinie en om niet de procedure in Nederland op te starten had alleen maar met een ding te maken, tijd! Aangezien Anyi maar 3 maanden in Nederland kon verblijven werd ons niet de kans gegeven om alles daar af te handelen. Anyi had bij haar advocaat nagevraagd over de mogelijkheid tot afhandeling in Argentinie, en die was er, ik moest alleen die 2 papiertjes hebben niets meer. De geboorteacte was een fluitje van een cent maar het goed gedrag bewijs was effe iets anders. Onschuldig als ik was ging ik naar de gemeente om te vragen wat ik moest doen om dit bewijs in handen te krijgen. Het bewijs van goedgedrag kon ik alleen krijgen als iemand me erom vroeg zoals een werkgever of ambassade. Hierna heb ik de Argentijnse ambasade gebeld en de situatie uitgelegd dat ik alles in Argentinie wilde regelen. Volgens de ambassade ging dit niet zodat ze me niet konden helpen bij het verkrijgen van mijn goedgedragdocument. Er was dus geen enkele manier om dit document te krijgen op eigen aanvraag. Het is heel erg vreemd als je iets niet kunt krijgen wat over jezelf gaat. Uiteindelijk met mijn handen in het haar heb ik een advocaat gebeld, Michel Geraatz, om advies te vragen, hoe ik dit het beste kon aanpakken. Het antwoord was simpeler dan ik dacht, hij zei; je broer is toch werkgever je kunt hem vragen zodat hij jou naar dit document vraagt. Woow wat simpel. Mijn broer had net zoiets achter de rug aangezien hij een nieuwe frietkraam in Genooi opgestart had en al zijn personeel aldaar dat bewijs nodig had alvorens daar te kunnen werken. Na instructies ging ik weer terug naar de gemeente, ik hoopte dat ik niet weer dezelfde ambtenaar zou krijgen waar ik al die vragen aan had gesteld dat zou een beetje vreemd zijn in dit geval, gelukkig dat ik niet in een klein dorp woonde met alleen 3 ambtenaren. Na weer 3 keer terug te zijn geweest en een telefoontje van mijn broer aan de chef van de afdeling burgerzaken kon ik mijn bewijs eindelijk aanvragen. Ik bespaar jullie de details. Na 6 weken, 5 dagen voor vertrek naar BA, viel eindelijk mijn broodnodige document in de bus waarna ik meteen naar Roermond ging om de apostille te halen. Op 31 december 2005 zat ik opgelucht in het vliegtuig richting Buenos Aires met alle papieren die ik nodig had. Na enige maanden vertoefd te hebben in BA moest ik weer terug naar Nederland om mijn dingen te regelen waarbij ik had gehoord, als ik het land, Argentinie, zou verlaten was het goedgedragbewijs niet meer geldig. Ongeloofelijk dat ik dit weer opnieuw moest doen. Wederom naar mijn broer en met lood in de schoenen naar de gemeente waar ik wederom de deur werd gewezen. Terug naar mijn broer die er onderhand genoeg van had, waarop hij wederom een telefoontje pleegde met de chef aldaar. Enkele weken later kon ik met alles weer terug naar BA, ik had zelfs in Nederland het document laten vertalen wat dan ook uiteraard nodig was. Op 21 september trouwden we en dit bewijs van trouwen zou ook zeer goed van pas komen om de verblijfsvergunning aan te vragen.


Een week later stonden we op de stoep van imigratie met de papieren toen we aan de beurt waren bij het eerste deel was de man verbaasd dat we alle papieren al hadden en wees ons naar het 2de deel waar de papieren goed of afgekeurd zouden worden. Bij het tonen van het goedgedragsbewijs moest de man zich 2 keer achter de oren krabben waarom ik een goedgedrag voor een horecavergunning bij me had. Anyi vertelde hem het verhaal dat je in Nederland dit papier niet zomaar kunt krijgen en dat was genoeg voor de man. Een dipje was dat de vertaling in Nederland gedaan niet geldig was en zou die hier moeten laten doen met certificaat. Hier kwam de vrouw goed van pas die mij de directe vertaling deed tijdens ons trouwen. Tevens werd ik naar een goedgedragbewijs van Argentinie gevraagd waarna hij me het adres gaf waar ik dit kon krijgen. Een dag later zaten we daar met een nummer van 3 cijfers te wachten op mijn beurt, het duurde 6 uur voordat ik aan de beurt was. In dit gebouw kwam mijn eerste confrontatie met vingerafdrukken, ik had dit al enkele malen bij Anyi gezien en vond dit wel wat, nu was het mijn beurt om de zwarte inkt op de een of andere manier van mijn vingers te krijgen. Een dag later kon ik in op bepaald uur het bewijs afhalen zonder te wachten, pffff. Om wederom terug te gaan naar imigratie met mijn bewijs. Ik had wel enigszins de knijp dat ik iemand anders zouden krijgen waar mijn goedgedragsbewijs uit Nederland weer onder de loep genomen zou worden. Maar deze keer was het geluk met me dezelfde man was aanwezig en alles werd goedgekeurd, op naar het volgende deel. Hier werd een pasfoto van me gemaakt en waar ik een nummer moest tonen onder mijn hoofd ja ja net als een crimineel. Bij betaling van 200 peso kon ik het gebouw verlaten en moest na 2 maanden terug komen om mijn goedkeuring te krijgen.



2 maanden later kreeg ik die goedkeuring wat inhield dat mijn verblijfsvergunning vanaf dat moment goedgekeurd was, ongeveer 12 december. Ik hoefde alleen nog maar naar de plaats waar ik mijn DNI zou af kunnen gaan halen. Als gedacht dat dit het laatste stadium was had ik het toch verkeerd wederom moest ik hier weer ingeschreven worden en na 90 dagen terug komen. Na 95 dagen was ik weer ter plekke waar ik 2 pasfotos mee moest nemen en vingerafdrukken moest maken. Controleren of alles klopte wat geschreven stond in het DNI, de man die me hielp ondekte al dat ze een fout hadden gemaakt bij mijn namen, er stond Pertus in plaats van Petrus. Ik kon na 40 dagen terugkomen dan zou het geregeld zijn in de tussentijd kon ik nog steeds geen rekening openen bij de bank omdat ze mijn Dni nr nodig hadden, het kon blijkbaar niet met het paspoort nr. In de tussentijd moest ik dus geld overmaken op Anyi’s bank nummer. De laatste keer terug om mijn DNI te halen zei Anyi al als je een fout ziet zeg je maar beter niets anders word het een oneindigend verhaal. En wat bleek er zat inderdaad een fout in “zie foto” Maasbree geschreven als Massbree. We laten het zo als het is en zwijgen hier verder over. Wanneer zou dit belangrijk kunnen zijn?

Saturday, June 02, 2007

Boodschappen doen. 2de Acte



In de tijd dat ik op de LTS in Tegelen zat had iemand in mijn moeders oor gefluisterd dat de Edah aldaar wel heel goedkoop wit en bruinbrood verkocht. Als ik me wel herinner koste dit brood een kwartje, wie spreekt me tegen? En magere melk in plasticflessen, ergens rond een dubbeltje. Ik neem aan dat deze betrouwbare inlichtingen van tante Jo kwamen. Op een zaterdagmorgen waren moeders en ik al eens op verkenningstocht geweest om daar de goedkope waar in te slaan, dit was tevens ook voor de toekomst zodat ik wist waar de winkel was. Eens in de maand werd me gevraagd om naar de Edah te gaan na school, om het een en ander te gaan inkopen. Oftewel 2 grote tassen gemixt wit en bruin brood of een doos met melk. Op zich was dat allemaal niet zo erg om te doen maar het lastige punt was dat klasgenoten of bekende me konden zien tijdens deze actie. Jaa en dat vond ik wat minder. Ten eerste moest ik iedere keer een goeie rede verzinnen, ik moet naar mijn tante in Tegelen, waarom ik niet mee naar huis fietste als de school uit was en ten tweede moest ik ongezien in Baarlo zien te komen. Behoorlijk zweten dus. De meeste keren gingen ongemerkt voorbij totdat er een dag met regen volgde. Die keer had ik een doos met melk achter op. Met het naar onder fietsen naar het veer in Steyl brak de doos met melk open, het karton was zo slap als een krant van de regen, bijna alle flessen vielen op de grond er rolden richting Maas. Ik wist niet hoe ik het had op dat moment en wist niet wat te doen om zo snel mogelijk die flessen bij me te krijgen er was al een fles of 3 a 4 de maas ingerold. Het veer kwam al langzaam weer mijn kant op. Ik wist het niet meer en begon te huilen want ik had geen plastic zakken of wat dan ook om die flessen in te doen. Het veer kwam aan en de autos kwamen er alvanaf. Het veer was leeg en ik stond daar nog steeds met al die flessen om me heen en wachtte huilend af wat er ging gebeuren. De auto’s en fietsers achter me begonnen al naar het veer rijden, toen het veer half gevuld was kwam er een man met fiets aan en vroeg me wat er was, waarop ik zei dat ik niet wist wat ik met die flessen moest doen omdat ik niets had om deze in te doen. De goeie man had 3 plastic zakken bijzich en gaf me die om mijn terugtocht naar Baarlo te verzekeren met de aangekochte waar. Wat kan het leven toch fijn zijn af en toe. Na dit werd er weer aardig gezworen om noooooooit maar dan ook nooooit meer iets mee te nemen uit Tegelen.

Het veer zorgde nog wel voor meer incidenten die in mijn ziel gebrand zijn.
Een andere regenachtige dag, ik stond achter op het veer klaar voor vertrek. We wachtte tot een boot voorbij was. de achterklap en de ketting waren al omhoog. Komt er een duivenvriend, oude man van de maasstraat, van vader omlaag gefietst. Hij komt bij het veer aan maar kon er niet op. Het zou nog wel een paar minuten duren voordat we echt konden vertrekken. Hij riep de veerman om erop gelaten te worden waarop de veerman zei dat hij te laat was. toen begon de man te smeken om erop gelaten te worden waarop de veerman wederom zei; je bent te laat. Dat was echt pijnlijk hij kon best die man erop laten tijd genoeg iedereen kon dit zien, hij had er gewoon geen zin in om dit te doen. Begint die man me daar toch effe te huilen en zei dat hij de veerman niet snapte waarom hij niet meegenomen werd. En niemand maar ook niemand zei wat of reageerde hierop. Dat was wel effe pittig. Mijn hart deed er pijn van om dit te moeten zien. Toen we vertrokken was de man nog steeds aan het huilen en ik kon alleen maar kijken en luisteren. Tot niets meer hoorbaar was.