Sunday, February 11, 2007

Opa Cornelis


Ik zat in de 1ste klas op de jongensschool, voor de kerk, en moest nog iedere zaterdagmorgen naar school. Wat in de stad allang was afgeschaft. Maar dat duurde niet al te lang meer. De jongensschool was een oud gebouw met hoge lokalen en een grote koperen bel op de binnenplaats die geluid werd voor de pauzes. Hier zou ik mijn tijd niet lang doorbrengen, enkele maanden later was de bouw van de nieuwe school af en kreeg de naam “de Sprunk” vanaf daar werd de zaterdagmorgen school plicht afgeschaft. Dat was allemaal heel spannend, verhuizen naar een nieuwe school met nieuwe leraren of in ieder geval leraren en leraressen die ik nog nooit gezien had. Ik ging van een onvriendelijke meester naar een uiterst aardige juffrouw. De weg naar school was anders dan naar de kleuterschool, niets intresants meer te zien en ook heel dichtbij. Tijdens de eerste maanden op “de sprunk” had ik een dagdeel vrij omdat opa van Maasbree was overleden. Hij had een hartstilstand gekregen op het werk. Niet dat dit me vertelt werd, dit met de kennis van nu. Het werk waar dit gebeurde, ijzergieterij de Globe, waar ik 10 jaar later ook aan de slag zou gaan.
Bij navraag aldaar over het incident van opa, waren er nog eenigen die zich dit voorval konden herinneren. Dat gaf mij wel een apart gevoel om die plek te zien waar het gebeurd was en daar op dezelfde plaats te werken. Bij iemand in de buurt zijn die je niet zo goed gekend hebt maar belangrijk voor je leven, en tevens zijn laatste uren doorgebracht heeft, positief negatief. Maar het positieve overheerste.
We gingen naar de kerk van Maasbree waar al de ooms en tantes waren met enkele neven en nichten. Wat me nog haarscherp bijzit is dat we weer uit de kerk gingen en ik met mijn vader en moeder met de doodskist voor ons uit naar het kerkhof liepen. Ik liep zeker in de eerste of tweede rij. De hele tijd was ik gefocused op de doodskist met de linten en de bloemen erop. Op het kerkhof werd het een en ander gezegd door de priester waarna de kist op planken boven het graf geplaatst werd. Ik was uiterst nieuwsgierig hoe ze die kist naar onder lieten maar dat gebeurde niet in mijn bijzijn, hoe zouden ze dit aanpakken? Hierna gingen we naar een cafe om een broodje te eten met wat drinken. Bij thuiskomst ging ik weer na school en voelde me een beetje raar om op die tijd naar school te gaan terwijl iedereen er al was.
Voor zover was ik niet al te veel in Maasbree geweest bij Opa. Oma was in 1961 al overleden en heb niet de kans gehad om haar te leren kennen. De keer na de begrafenis was wel speciaal, wederom had mijn vader ergens een tractor en kar geleend om spullen op te halen uit het huis van opa. Daar aangekomen waren er wat ooms en tantes en Jos, mijn jongste oom hij is maar een paar jaar ouder dan mij. Er werd ons gezegd om in de tuin te gaan spelen. Die was enorm lang en er zaten allemaal heuveltjes in. Ik vroeg hem waar hij naar toe moest, waar hij ging wonen, hij zei bij ome Jan. We keken wat naar de lege duivenhoken en een bijna lege tuin, wat spruitjes stonden er, dus ik schat dat moet in de winter zijn geweest of voorjaar. Ik vond Jos wel zielig maar hij was best wel al groot ook. Mijn vader en ik vertrokken met een kast, bank en nog wat spullen terug naar Baarlo.
Met de bezoeken aan de kant van de familie van Lier kwam niet al te veel van. Maar bezoek aan ome Jeu en tante Truus kwam wat vaker voor, daar had ik ook wat nichten en neven van mijn leeftijd, Cor en Hilda. Hier ging ik meestal een week of zo in de zomervakantie naar toe. Paardrijden, wat klooien daar rondom het huis. Cor wou wel de hele tijd de nichtjes plagen, daar vond ik nou niet echt wat aan. Dat de trein daar voor hun huis voorbij kwam dat was wel razend intressant. Er was daar ook een klein stationetje wat niet in werking was een wit houten gebouw met veel versiersels. En iets verderop in de straat waren mensen met een hele grote speeltuin voor hunzelf. Op een gegeven moment waren we voor het huis en daar lag een enorm groot ijzeren hekwerk, dit probeerde we op te tillen. Dat lukte wel enigszins maar Cor liet eerder los dan mij waardoor ik het loeizware geval op mijn kleine teen kreeg. Teennagel eraf en vanaf die tijd had ik een wilde nagel. Keihard en niet te knippen dat rot ding. Nog steeds.
Ook special was op een gegeven moment een bezoek aan ome Otto en tante Mia. Die woonde in Duitsland, Dusseldorff woooow, daar was kermis. Ze woonde in een straat tegen een berg, wij zaten in de keuken met een speciale keukenbank die wij later, veel later kregen. Wij hadden namelijk alleen stoelen in de keuken. Alles was anders in Duitsland ook de kermis andere kleuren andere botsautos alles was vreemd en net niet hoe wij het hadden. De kinderen van tante Mia waren nog echt te klein om iets mee te ondernemen, alhoewel ik met Stefan wel iets kon. Een beetje praten, weet niet meer of ik ook iets van Duits kon zeggen, denk het niet, het was wel een aardige jongen.
Kermis was in ieder geval de dag om familie te bezoeken dus de herineringen aan Tegelen, Lottum en Hout Blerick zijn sterk genoeg. Al moet ik zeggen dat ik ome Giel en tante Annie ook wel speciaal vond op het moment dat ze in Hout Blerick woonde. Ome Giel had heel wat speciale passies, het verzamelen van vanalles en nog wat. Allemaal oude autootjes waar je alleen maar naar mocht kijken, vanallerlei merken, en hij verzamelde miniatuur kermisatracties met jawel echt werkende lichtjes. Een werkende molen van hout met veel lichtjes dat was wel het hoogtepunt van zijn verzameling voor mij. Ome Giel was wel iemand speciaal hij zag er anders uit, de pakken die hij droeg, zijn dunne snorretje en hoe hij zijn haar had, anders dan de rest van de gehele familie en hij praate ook echt anders, ik bedoel het gebruik van de taal. Heel natuurlijk en vriendelijk voor iedereen. Dat sprak me behoorlijk aan. Tante Annie was een persoon die weinig sprak en verlegen was. En de plaats waar ze woonden was op een soort zolder zegt mijn geheugen. Boven een stal of iets ben er niet zeker van maar het was boven.
Kermis in Tegelen bij Ome Arrie en tante Jo, mijn nichtjes daar waren een heel stuk jonger als mij dus dat was daar wachten tot we naar de kermis zouden gaan. Ze woonden daar op een berg en hadden een heel goed contact met de buren aangezien ze geen heg of hek tussen mekaars woning hadden en liepen constant bij mekaar in en uit. Ik kon me dit echt niet voorstellen bij ons thuis, met Frits, Hahahahahaa. Er was daar ook bezoek die ik niet zo vaak zag van de familie Van Lier, al betrof dit bijna de gehele kant. Bij ome Jan in Sevenum kwam Peter vaker hij had daar een stabiel paardrijd programma voor enkele jaren. Met Jos ging het daar ook wel goed zover ik hoorde, hij had een relatie met het buurmeisje Lenie en deed aan autocrossen.

1 comment:

Ego Kornus said...

Bij enige twijfel aan mijn herinnering of verbetering, graag comentaar.