
Vandaag was ik mijn jeugdverhalen wederom aan het corrigeren en stuitte op het Lourdes verhaal met de stenen die Opa en Oma altijd meenamen voor de kleinkinderen. Die stenen vond ik niet echt lekker maar bij gebrek aan snoep doordeweeks was ieder snoepje welkom ook de minder snoepstenen uit Lourdes. Wat mij bezig hield en niet mij alleen is waarom stenen snoepstenen???
Vandaag had ik me voorgenomen om hier een antwoord op te vinden en ik denk dat ik het gevonden heb.
Lees wat ik gevonden heb en trek je conclusie.
“Veel Nederlandse priesters trokken na de Maria-verschijning aan Bernadette naar Lourdes en namen een steen mee uit de grot. In de 19de en 20ste eeuw werden deze stenen vaak als hoeksteen gebruikt van een Lourdesgrot, die de pastoor in of naast de kerk liet opmetselen.”
Ik schat dat er op een gegeven moment een verbod is gekomen op het meenemen van stenen uit de grot en dat ze hier een bijzonder goed alternatief in de vorm van snoepstenen hebben gevonden.
Uiteraard kwamen er nog meer resultaten die aanverwant waren maar niets van doen hadden met de stenen. Bij intresse lees de onderstaande gevallen van relekwieen en relieken.

Pastoor Maessen was ook een bijzondere vereerder van Bernadette Soubirous aan wie Maria in Lourdes verschenen was. Tijdens een reis is het hem gelukt een gedeelte van haar hoofddoek te bemachtigen. Met zijn tanden had hij er een stukje afgerukt. Deze relikwie is later erkend en samen met het erkenningsdocument in een lijstje bij de grot opgehangen. Naast de verering van Onze Lieve Vrouw van Lourdes ontstond ook die voor Bernadette, vooral toen ze in 1933 heilig verklaard werd.
De pastoor wilde de aandacht vestigen op de verering voor O.L. Vrouw van Lourdes. Daarvoor had hij geld nodig. Toen hij pastoor werd vond hij slechts 18 1⁄2 cent in de offerblok. Hij begon een bedeltocht in de eigen parochie Swolgen en in de buurtdorpen. Het resultaat loog er niet om. Er kwamen zoveel pelgrims, dat men niet bij de offerstokken, de kandelaars of de kaarsenbak kon komen. Men kon nergens mee bij. Een enkele keer ontstond er ook een schrikbarend tumult voor de communiebank als de pastoor de devotionalia aan het wijden was. Met de grootste moeite kon hij de orde herstellen.
Heiligen, relieken en reliekhouders
Heiligen kunnen we omschrijven als helden van de kerk. Ze hebben een voorbeeld- en beschermingsfunctie voor gelovigen.
De heiligverklaring vond pas na het het overlijden plaats. De stoffelijke resten van heiligen – relieken (relinquere = achterblijven) – zijn dan ook eeuwenlang vereerd als voorwerpen van grote waarde . De gelovigen konden ze bezoeken. Men dichtte de relieken ook macht toe bij ziekte en gevaar. Omdat een reliek vaak grote stromen pelgrims naar de kerk bracht, hadden ze ook een economische functie. Veel steden en abdijen dankten een groot gedeelte van hun inkomsten daaraan.
De complete verzameling relieken is imposant. Er zijn drie categorieën: de primaire relieken (bijvoorbeeld botten, bloed), secundaire (kleding, splinters, staf) en tertiaire (aanrakingsrelieken zoals grafdoeken). Om de relieken aan de mensen te kunnen tonen, werden ze in reliekhouders bewaard. Die kenmerken zich vooral door vakmanschap en kostbaarheid. Een aparte categorie vormen de ‘sprekende’ reliekhouders. In de St.-Servaeskerk in Maastricht wordt bijvoorbeeld een armbot van de heilige Stefanus bewaard. Dat bot zit in een prachtig bewerkte reliekhouder in de vorm van een arm.

No comments:
Post a Comment