Saturday, September 22, 2007

De Kerk



Tussen mijn 10de en 14de was het op iedere zondagmorgen weer raak, rond half 11 moest je een beetje klaarmaken om te vertrekken naar de kerk. Je kreeg een kwartje of iets van kleingeld mee om in de donatiezak te geven. Ik ging alleen, dit vanwege de leeftijd en omdat vader altijd de meest vroege mis deed en moeders weet ik eigenlijk niet meer precies, ik denk dat zij de mis van half 10 deed. Bij binnenkomst ging je eerst braaf in de bank zitten waarna je na een minuut of 10 al behoorlijk begon te vervelen. Met rondkijken naar dingen die er stonden het glas in lood de beelden de jongens die de pastoor moesten helpen de man of vrouw die langs je zat of de rumoerige die voor of achter je zat. De grotere jongens stonden achter aan de linkerkant waar een muur van plusminus 20 meter was, niemand kon je zien mits je in die gang zelf was. helemaal achter in de kerk stonden de mannen van de leeftijd van mijn vader, begin 30 en ouder. Ver weg van blijven dus. Wat wel altijd opschoot was als het dameskoor de mis opvrolijkte dan vloog de tijd. Dat deed me op een gegeven moment denken aan het mannenkoor in Maasbree. Waarom hadden ze in Maasbree een mannenkoor, of was dit gemeng, en in Baarlo een dameskoor? Het goeie was als de hostie uitgedeeld werd was het nog maar een paar minuten de meesten nokte al af na de hostie, ik zeg goed voorbeeld doet volgen. Dat heeft effe geduurd met mij voordat ik dat ook durfde. Met de drang van thuis kon ik dat nog niet aan in het begin al werd ik al meteen hiervoor aangemoedigd. Bij buitenkomst stonden de oudere mannen altijd rondom de bomen voor de kerk hier werden de laatste berichten van de gemeente op geniet. Later heette dat in krantvorm “op den baum”. Dat was altijd wat daar om die bomen bij die volwassenen, menig keer zag ik ome Piet hier tussen staan.
Een tijd zat ik ook regelmatig bij de muur in de kerk, hier werden kaartspellen gedaan. Al moest je uitkijken dat je niet te enthouisiast werd met praten want dan zat de helft van de kerk je aan te kijken. En in het ergste geval moest de pastoor manen tot rust in de hoek. In een later stadium was het sport om uit de kerk te blijven maar je moest goed opletten wie er de kerk inging zodat deze niet bij je thuis door kon vertellen dat je niet was geweest. Als ik nu terug kijk op dat denken van toen moet ik wel lachen alsof een persoon in de kerk je gaat zoeken en dit dan vervolgens bij je thuis gaat doorvertellen, jaaaaa hooor. We gingen dan naar het kempke al waren we niet met zoveel want de meeste hoefde al niet meer naar de kerk. Ongeloofelijk waarom ik wel?? In het begin dat ik nog veel met opa naar de kerk ging was ik behoorlijk onder invloed hiervan. Dit werkte zich uit op een gegeven moment dat toen ik bij opa was om te spelen op een gegeven moment Mia Houben daar was en met mij wilde spelen. Ik zal een jaar of 9 zijn geweest schat ik. Ik zei laten we priestertje spelen en de mis nadoen. Ik droeg de mis voor en Mia moest de bel luiden om te knielen, mij de beker met drinken aan geven en de schaal met hosties, die ik aan de zogenaamde aanwezige uitdeelde. Hierna moest Mia de beker en schaal schoonmaken voor de volgende mis. Na dit een paar maal herhaald te hebben werd Mia geroepen om naar huis te gaan, waarop ik zei nog een keer. Zo deden we de mis nog een keer en nog een keer tot ze weer werd geroepen dat ze echt naar huis moest gaan. Ik stond erop om het nog een keer te doen waarop zij begon te huilen en daar kon ik natuurlijk niet tegenop.



De kerk is, was, menigmaal het startpunt van activiteiten zoals Sintermêrte. Rondom de 11de van de 11de werd Sintermêrte gevierd. Vanaf de kerk werd er richting troshoop gelopen met fakkels, lampions, zaklampen en zeer fantasierijke verlichtte objecten. Het magische van de honderden lichtjes in het donker was er ieder jaar weer. Onderweg werd er één lied gezongen, Sintermêrtes veugelke, er bestond gewoon geen ander lied voor deze viering. Bij de troshoop, die ieder jaar groter en groter leek te worden en de eerste jaren tegenover “de Sprunk” werd gehouden, was het wachten tot het spel zou beginnen. Als eerste was er de arme man die meteen zo dicht als mogelijk bij het vuur liep omdat hij het zou kou had. Dit zei hij ook overduidelijk; ik heb ut kôt en heb zon hônger. Kijk daar heb je Sintermêrte, hij met zijn paard en in romeins uiterlijk, een staart aan zijn helm en zwaard. Reed hij een aantal rondjes en gaf af en toe een hand aan de kinderen totdat de arme man hem smeekte voor iets warms en eten. Dit werd ons tijdens dit schouwspel door moeder verteld zodat je ook begreep wat die lui daar allemaal uitvoerde. In de tussentijd werd er gewaarschuwd dat je niet te dicht bij het vuur moest komen omdat dit heeeeel gevaarlijk was. De hitte van het vuur ging met de wind meezodat je het af en toe behoorlijk warm had en het volgende ogenblik weer koud. En als die arme man dan voor je stond en je hoorde dat hij zei dat tie honger had brak je hart. En dan komt Sintermêrte en gooit de arme man wat brood toe welk hij gretig van de grond raapte en als een uitgehongerde begint te eten. Wat een fijn gevoel gaf dat. Maar het hoogtepunt kwam als Sintermêrte een stuk van zijn mantel sneed met zijn zwaard en dit de arme man gaf, wat een emotie!! Hiermee werd de geschiedenis van Sint Maarten beeindigd en werd er wat in het vuur gestaard. Door de brutale kinderen werden de fakkels en lampionen in het vuur gegooid wat eigenlijk niet mocht. Ik heb het altijd zonde gevonden om je fakkel op te branden. Tot moeders het teken gaf om te gaan. We gingen dan naar de school waar we een verassing af konden halen. De rij was meestal enorm voordat we onze appel of sinasappel kregen, met een snoepje in de latere jaren. Al vergeet ik natuurlijk nooit de eerste sinasappel, zeer exotisch om zoiets te krijgen en apart lekker zoiets kreeg je niet iedere dag.
Sinterklaas werd ook van de kerk afgehaald, daar kwam sinterklaas aan met zijn paard en met de fanfare werd er richting zaal Habets gegaan waar Sinterklaas plaats nam op een indrukwekkende stoel en mensen naar zich toe vroeg. Kinderen gaven hier hun tekeningen en wensen af. Maar de hoofdmoot was veel zingen want Sinterklaas liedjes waren er genoeg en met een beetje geluk kwam er een zwarte piet in de buurt die je een hand vol pepernoten gaf met wat snoep.
Enige jaren 2 of 3 waren er wielrenwedstrijden om de kerk en het kasteel. Wielrennen was nu niet iets waar ik iets mee had, maar om dit te zien dat was wel wat. Al kon ik uit die tijd alleen Jan Jansen als profesionele wielrenner en die was heel goed. Er deden zelfs ook Baarlonaren mee Jeu Peeten van de fietsenhandel. Het was wel apart volk die wielrenners, als ze met zijn allen voorbij kwamen geraasd werd dit achtervolgd door een zoete geur van zalf of olie. Later zag ik dat ze hun benen ook hadden geschoren erg apart. Ze hadden speciale fietsen en gingen enorm hard, het was ook iets wat ikzelf niet kon. Op de ene zin was het wel wat voor me en de andere niet. In ieder geval vond ik het wel magisch.




De kerk waar zich menigmaal diverse dingen gebeurde de kermis markt en veel meer.
En door de jaren heen met bezoeken aan verre steden kijk ik toch meestal wel uit naar een goeie kerk aldaar want menigmaal is er niets mooiers dan de kunst van de kerk. Over de religie en de andere kant zullen we het een andere keer hebben.

No comments: