Saturday, September 01, 2007

Thuis bij de vriendjes



Een van de eerste keren dat ik ergens bij een vriendje thuis kwam was bij Joepie Martens. Het spannenste was dat ze een hotel - restaurant hadden, ik had geen enkel idee wat zich achter de bedrijven afspeelde laat staan dat ik ook een idee had wat dat inhield, een hotel restaurant hebben. Het enige wat ik op dat moment wist was dat ze een kegelbaan hadden en daarvoor had Joepie me uitgenodigd om dat te komen spelen daar met enkele vriendjes zoals Wim Hermkens, Marc Holthakkers en Pier. Allemaal zonen van lui met eigen ondernemingen. Anyway, binnengekomen gingen we eerst naar de keuken waar Joepie eerst zijn vader moest vragen of hij mocht spelen op de kegelbaan. Die keuken was impresionante zo groot, met die gigantische fornuizen. Joepie zou dat later niet gaan doen zei hij, maar zijn broer die was net begonnen met een opleiding in de richting hotel restaurant gebeuren. De vader was in de keuken en was als een jager gekleed oftewel als een Duitser met lederhosen, apart moet ik zeggen. Hij bekeek ons nauwkeurig en vroeg iets aan Hermkens, onderonsje van de horeca. De moeder was ook daar ik vond die nou echt niet passen bij de vader van Joepie een totaal ander type zo’n fijn gebouwd mensje met een fijn gezichtje bij die robuuste man. En dan had je ook nog de tante die daar inwoonde, de zus van de moeder net niet zo mooi als de moeder maar allaa, maar heel wat vrolijker. We kregen de goedkeuring om te kegelen. Wij naar de kegelbaan met enige uitleg konden we starten, een loeizware bal waarmee je de kegels om moest gooien. Na een paar rondjes was Joepie al verveeld en moesten we ophouden net nu ik de smaak te pakken kreeg. Dat was zo’n beet je de eerste en laatste keer dat ik gekegeld heb. Ik kan me alleen maar bowlingbanen herinneren waar ik geweest ben en dat is toch net iets weer anders.
Hieronder staan enkele korte beschrijvingen welk gevoel bij me werd losgeweekt bij het bezoek van diverse vriendjes. Let wel! het gevoel van een 11 jarige!!
Nollie van Wylick, de vader was ook metselaar en ik had het gevoel met al die jongens daar dat we het nog niet zo slecht thuis hadden.
Frits Peeters, daar waren echt een hele berg kinderen, teveel, daar ging het niet zo best arme lui.
Peter Staaks, zielig alleen met een heel oude zus die werkte bij de broer van opa.
Sjaak Nellen, veel jongens daar en ik had het gevoel dat ze daar een hele strenge vader hadden.
Jos Metselaars, daar ging het helemaal niet goed, maar aan de andere kant hadden die een of andere sterke band met een paar families uit dezelfde straat, ontgaat me even de namen.
Lowie Rutten nodigde me ook een keer uit om bij hem te spelen. Ze woonden in een villa met een diepe ingang voor de auto, daaronder was het enorm groot. Binnengekomen was de moeder van Lowie aanwezig zij vroeg ons of wij iets wilden eten of drinken, drinken was okee, eten hoefde niet zei Lowie. Waarna de moeder enige voorstellen van de hand deed waar ik er in ieder geval wel enige van kon waarderen. Lowie had er zo mee afgehandeld en zei dat hij geen 2 keer hoefde te zeggen dat hij niets wilde. Ik kon mijn oren niet geloven dat hij zo tegen zijn moeder praate dat hoefde ik me niet in mijn hoofd te halen. Wij met het drinken naar zijn kamer, gigantisch groot die kamer. Lowie loopt naar zijn bed en klapt een plaat uit met een landschap met treinen en sporen. Ik kon mijn ogen niet geloven zo groot, dat was nu echt kicke. Ik had wel een half uur nodig om te kijken wat er allemaal te zien was qua landschap, tunnels en meer van dat soort verassingen. Als hoogtepunt liet hij de trein rijden, ook dat was heel wat om tijden naar te kijken tot op een gegeven moment ik het wel gezien had. Conclusie was wel mooi maar wat moet je ermee.
Martin Bouwmans, het eerste huis waar ze woonden in de grote straat was enorm en echt een droomhuis met enorm veel verassingen. Het 2de adres langs ome Jan was een gewoon huis waar wij ook in woonde niet echt speciaal.
Jan Gortz, Super streng daar, verhaal van Jan was dat zij volgelnestjes met kuikentjes in de fik zette of deze met de buks afknalde, slik.
Marc Holtakkers, ver boven onze stand, moeilijk te vatten.
Paul Peeters, een enorm grote familie, vond hem zielig en alleen.



Op de een of andere manier was ik in contact gekomen met Ruud van de tweeling Wijnhoven niet de oudste die ertussen zit. Hij had me warm gemaakt met munitie uit de 2de wereldoorlog, hij wist enkele plaatsen in Baarlo waar deze lagen en of ik ook enkele kogels wilden. Op dat moment was het een ernome hype om een kogel aan een kettingkje te hebben. Nou dat wilde ik maar al te graag, in de buurt van de maas was zo'n opslagplaats met enkele kisten met munitie.waar wij enkele kogels uit de kist haalden en meenamen. Hij zei dat we het kruid er eerst uit moesten halen want dat kon gevaarlijk zijn. Hij wist hoe je dit moest doen. Okee, wij naar het schuurtje van de familie Wijnhoven. Hij checkte de kogels en vond er een waar de munitie uit was. Hij hoefde alleen het slaghoedje in te slaan want als de politie dit zou zien dan zou je gearresteerd kunnen worden wegens illegaal bezitten van munitie. Zogezegd zogedaan. De kogel werd in de bankschroef gedraaid en hij pakte de hamer en een spijker om te slaan. Hij sloeg….. en het volgende moment was er een hoog geluid als van een gillende keukenmeid en ik zag iets van een lichtbolletje door de ruimte vliegen amper te volgen zo snel als dat ging. Ruud trok me in een ijzerenkast waar ik nog half uitstak. Er zat dus nog wel kruit in, de ruimte stond in de rook. Beiden stonden we trillen op onze benen, dat was dus goed gegaan. Ik had meteen haast om weg te komen want de moeder kwam er al aan wat er allemaal aan de hand was. ik moet naar huis, nu!!! De eerste uren hield ik niet meer op met rillen, er had vanalles met ons kunnen gebeuren. Die kogel hebben ik maar laten zitten, ik was terstond genezen.

1 comment:

Unknown said...

klinkt heftig!