Saturday, May 19, 2007

De Sprunk



Nadat we verhuisd waren naar de nieuwe school vlogen de jaren voorbij met enige gedenkwaardige gebeurtenissen. In de 2de of 3de klas hadden we een strenge leraar die aan de lopende band sigaren rookte, meester Koopmans. Hij was ook niet te zuinig met straf geven en een tik geven zat ook in zijn systeem. Alom niet geliefd door de klas. Wat me brengt naar het moment dat hij al schuifelend met zijn stoel op het verhoogde stuk en richting de rand ging. Naar mijn idee zag minstens de helft van de klas dit gebeuren en de spanning steeg of hij zou vallen ja of nee. Na een flinke teug van zijn sigaar donderde hij met stoel, sigaar en al van de verhoging. De klas verviel in hysterisch lachen wat resulteerde dat hij scheldend uit de klas liep en we hem de rest van het jaar niet meer terug zagen. Na dit incident kregen we een hele lieve juffrouw, juffrouw Bouwmans, die heel mooi Wipneus en Pim verhalen kon voorlezen. De rest van het jaar had ik soms de sensatie waarin ik hoopte dat we die meester niet terug zouden krijgen. Rond dezelfde tijd kwam ozze Wim ook op school maar dat duurde niet al te lang hij had iets aan de ogen waardoor hij naar een andere school moest in Blerick. Verder moest Wim altijd naar school fietsen of ging met de bus of werd afgehaald met een busje? Menigmaal als ik de fietsenstalling bij de Sprunk zag wilde ik ook maar al te graag met de fiets naar school, een belachelijk idee met de 100 meter te gaan. Wat ik niet verlangde was dat Wim ook naar de schooltandarts moest.
Dat was iets waar je af en toe van hoorde dat hij daar naartoe moest, dat bleek toch wel wat te zijn want als hij daar heen moest kreeg hij van mam een stuk chocola mee. Dan hadden wij niets te missen met onze tandarts in cafe “de Zwaan”. In het cafe was een ruimte gereserveerd voor de tandarts, later zou we naar het groene kruis moeten voor controle. Op de een of andere manier hadden wij altijd de 2 meisjes van Dijck voor ons en die waren niet misselijk met schreeuwen om hulp, waarvan Marian de hardste schreeuwer was, tijdens hun verblijf in de tandartskamer van Schreinemachers. Dit gaf je nu niet bepaald moed om zelf naar binnen te gaan. Het was het dieptepunt van het jaar.


Zwemles kregen we in de 4de en 5de klas, je werd op de school afgehaald door een bus van Ghielen uit Beringen om richting Blerick te gaan. De hele klas in een kleedruimte en daarna werden we in groepen verdeeld de nietzwemmers en de gediplomeerde in rangorde van a, b of c. Het zou effe duren voor ik bij de laatste 3 groepen zou komen. Maar de eerste proef om in het diepe te zwemmen was indrukwekkend. We moetsen in een rij gaan staan om vervolgens dat wat we geleerd hadden uit te voeren. Ik stond in de 2de rij van de muur, langs me stond Pietje Smeds. Op het teken van de meester sprongen we in het water, ik was nog maar net in het water of de paniek brak al in me uit, alles ter plekke vergeten hoe je moest zwemmen en spartelend Pietje bij de armen grijpend hem onderwatertrekkend om mezelf maar boven water te houden. De meester kwam binnen de seconde aangerend met de haak om me eruit te trekken. Waarna ik persoonlijke begleiding kreeg met nog een jongen om een baantje te zwemmen. Uiteindelijk heb ik het nog tot diploma b geschopt met 3 jaar zwemles. Ja ik weet het in de 4de en 5de klas kreeg je alleen zwemles maar ik had het geluk tijdens mijn 5de klas leerjaar teruggestuurd te worden naar de 4de klas. Op een gegeven moment kwam de meester met het nieuws dat Nollie en ik terug moesten naar de 4de klas omdat de 5de klas nog te moeilijk voor ons was. We moesten onze bankjes oppakken en door de hal naar de 4de teruglopen. De afstand was een zware opgave om te lopen, wat een afgang. Dat 2de jaar zat ik aan het raam van de klas en kon daar richting beek kijken alwaar ze langzaam gestart waren met de nieuwbouw. Je kon nog de varkenshokken van Driessen zien. Maar op een gegeven moment waren deze er ook niet meer, afgebrand tot de grond met varkens en al. Daar kreeg ik het behoorlijk benauwd van, het idee dat je opgesloten kon zijn en niet meer vluchten kon tijdens de brand, arme beesten. Er lagen stapels met varkens die zo snel als mogelijk weg werden gevoerd door vrachtwagens. De beek was altijd een intressant ding om te volgen waneer ze de schotten bij de molen weer dicht hadden gemaakt steeg de beek in een morgen behoorlijk. En in de winter als het koud genoeg was bevroor de stromende beek om beschaatst te worden. Menig uur droomde ik weg voor het raam in de klas. Een gymzaal hadden we op school niet daarvoor moesten we naar het gymlokaal bij de kleuterschool lopen waarbij we langs de meisjesschool kwamen, apart gebeuren die meisjesschool, ik kon er niets mee. In de zomer gingen we in plaats van de gymzaal vaker op het grasveld van het Kempke spellen doen.
Tijdens het speelkwartier werden er ook menige spellen gedaan zoals knikkeren en overrennen met aftikken. Ook was er een spel tegen de muur waar 2 personen tegen stonden een in gebogen houding en de andere de arme om de nek waarna er zoveel als mogelijk personen op de gebogen persoon probeerde te zitten. Degene die eraf viel moest zich ook buigen en aansluiten. Zodat er steeds meer mensen op konden totdat iedereen zat en het spel opnieuw kon beginnen. Dit spel kon meestal nietzo gewaardeerd worden door de meester die op de speelplaats op moest letten omdat er meestal wel iets gebeurde zoals hoofden tegen de muur, ervanaf vallen met kapotte broeken truien enzovoorts.



In de 5de klas deed ik ook mijn heilige communie waar ik als cadeau een horloge kreeg. Dit heb ik niet al te lang gedragen, ik vond het maar zwaar aan de pols. Tot op de dag vanvandaag ligt het horloge in een kistje en eens in de zoveel tijd kijk ik of het nog loopt, en ja mijn Helicon doet het nog steeds!