
Inmiddels weet ik al heel wat meer over het beestje en vond de informatie best te knagen. Ik heb voor de lezende de meest belangrijke informatie eruit gefilterd zodat jullie ook weten wat me een jaar heeft bezig gehouden.
De Tettigades Chilensis, horende bij de familie Auchenorrhyncha.
Alle cicaden kunnen vliegen, hoewel bij de meeste soorten eerder sprake is van springen en wegzweven. Tropische cicaden, en met name bergcicaden ontwikkelen vleugels waar ze goed mee kunnen vliegen. Veel cicaden zoals de zangcicade maken geluid; inheemse soorten komen niet boven krekels uit, maar soorten uit Afrika en Zuid Amerika kunnen tot bij de pijngrens komen. Grotere soorten worden langer dan 10 centimeter en hebben een spanwijdte van bijna 20 cm. Het enige continent waar geen cicaden leven is Antarctica.
Omdat sommige cicaden wel 17 jaar kunnen worden, zijn het op termietenkoninginnen na de langstlevende insecten. Cicaden zijn ook bijzonder omdat het de enige insecten zijn die kunnen zweten; heuse zweetklieren bevochtigen de vleugels om ze af te koelen.
Er zijn twee manieren om cicaden van geslacht te onderscheiden;
1. cicaden die zanggeluid produceren zijn mannelijk;
2. als het achterlijf gezien vanaf de buikzijde puntig is, is het een vrouwtje, bij een stomp achterlijf een mannetje.
Een vrouwelijke cicade gebruikt dezelfde holte als het mannetje gebruikt om geluid te maken; maar bij het vrouwtje worden er de eitjes ontwikkeld.
Geluid:
De allerluidste cicade is de Afrikaanse cicade, tot 106,7 dB. Veel Zuid Amerikaanse cicaden kunnen geluiden produceren tot 100 dB, ongeveer de pijngrens van de mens. Geluidsvolume is belangrijk voor een cicade; het is voor mannelijke dieren namelijk het enige wat de vrouwtjes aantrekt, net zoals (de aanverwante) krekels en kikkers; hoe harder hoe meer gemeenschap. Het geluid maken ze met twee organen die langs elkaar strijken.
No comments:
Post a Comment